ECLI:NL:RVS:2023:1294

Raad van State

Datum uitspraak
31 maart 2023
Publicatiedatum
31 maart 2023
Zaaknummer
202107747/1/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • N. Verheij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep van vreemdeling tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvraag werd op 2 februari 2021 afgewezen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, verklaarde op 6 december 2021 het beroep van de vreemdeling ongegrond. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. P.A.E. Engelen, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 31 maart 2023 uitspraak gedaan. In de overwegingen werd onder andere ingegaan op de veiligheidssituatie in Venezuela. De Afdeling oordeelde dat de situatie daar niet zo ernstig is dat vreemdelingen met de Venezolaanse nationaliteit enkel door hun aanwezigheid daar een risico lopen op ernstige schade. Dit oordeel is in lijn met eerdere uitspraken, waaronder die van 22 maart 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:1054).

Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 31 maart 2023.

Uitspraak

202107747/1/V2.
Datum uitspraak: 31 maart 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, van 6 december 2021 in zaak nr. NL21.1881 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 2 februari 2021 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij uitspraak van 6 december 2021 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. P.A.E. Engelen, advocaat te Voerendaal, hoger beroep ingesteld.
Desgevraagd heeft de staatssecretaris een nader stuk ingediend.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. In de uitspraak van 22 maart 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1054, heeft de Afdeling geoordeeld dat de veiligheidssituatie in Venezuela niet zo ernstig is dat een vreemdeling met de Venezolaanse nationaliteit enkel door zijn aanwezigheid daar een risico loopt op ernstige schade. Het hoger beroep biedt geen reden hierover in dit geval anders te oordelen. Dit betekent dat de grief faalt.
1.1.    Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold, griffier.
w.g. Verheij
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Tibold
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 31 maart 2023
853