ECLI:NL:RVS:2023:125
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de bewaring van een vreemdeling en de gevolgen van weigering tot medewerking aan uitzetting
Op 16 januari 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling was op 21 oktober 2022 in bewaring gesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank had op 8 november 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. H. Halfers, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De vreemdeling had geweigerd een 'fiche sanitaire du passager' in te vullen en te ondertekenen, wat volgens de Raad niet betekent dat er geen zicht op uitzetting naar Marokko is. De weigering om mee te werken aan de uitzetting komt voor risico van de vreemdeling. De Raad concludeerde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden.
Uiteindelijk werd het hoger beroep ongegrond verklaard en werd de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.