ECLI:NL:RVS:2023:1215

Raad van State

Datum uitspraak
24 maart 2023
Publicatiedatum
28 maart 2023
Zaaknummer
202301614/2/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na hoger beroep

Op 24 maart 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had op 2 februari 2023 een aanvraag ingediend bij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd echter niet in behandeling genomen. De vreemdeling ging hiertegen in beroep bij de rechtbank, die op 6 maart 2023 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels op het hoger beroep is beslist, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer aan de orde is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen en bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 24 maart 2023, en is vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, met mr. R.H.L. Dallinga als griffier.

Uitspraak

202301614/2/V3.
Datum uitspraak: 24 maart 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, van:
[de vreemdeling]
Procesverloop
Bij besluit van 2 februari 2023 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 6 maart 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       Bij uitspraak van vandaag heeft de Afdeling op het hoger beroep van de vreemdeling beslist. Daarom wordt geen voorlopige voorziening getroffen.
2.       Het verzoek wordt afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. R.H.L. Dallinga, griffier.
w.g. Bijloos
voorzieningenrechter
w.g. Dallinga
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 24 maart 2023
18-1020