ECLI:NL:RVS:2023:1205
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende inreisverbod en terugkeerbesluit
Op 23 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. Dit verzoek volgde op een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 25 mei 2022, waarin de vreemdeling werd opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem werd uitgevaardigd. De rechtbank Den Haag had op 6 februari 2023 het beroep van de vreemdeling tegen het terugkeerbesluit ongegrond verklaard, maar het beroep tegen het inreisverbod gegrond verklaard en dat besluit vernietigd, met de bepaling dat de rechtsgevolgen daarvan geheel in stand blijven.
De vreemdeling heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft de argumenten van de vreemdeling en de staatssecretaris afgewogen.
In zijn overwegingen concludeerde de voorzieningenrechter dat het niet aannemelijk was dat de uitspraak van de rechtbank zou worden vernietigd. Gezien de belangen van beide partijen heeft de voorzieningenrechter besloten om geen voorlopige voorziening te treffen en het verzoek van de vreemdeling af te wijzen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 23 maart 2023.