ECLI:NL:RVS:2023:1191
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek voorlopige voorziening
Op 23 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 16 december 2022 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.M.G. Crompvoets, heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 7 maart 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De redenen hiervoor zijn dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden. Het hoger beroep is ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank is bevestigd. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen, en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is openbaar uitgesproken op 23 maart 2023, en de voorzieningenrechter, mr. A.J.C. de Moor-van Vugt, heeft de beslissing vastgesteld in aanwezigheid van de griffier, mr. J.W. Prins.