ECLI:NL:RVS:2023:1184
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en hoger beroep tegen uitspraak rechtbank
Op 16 januari 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 22 februari 2023 de aanvraag ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A.A. Scholtmeijer, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 23 maart 2023 uitspraak gedaan. De rechter bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep ongegrond is. De rechtbank had terecht en op goede gronden geoordeeld, en de motivering van de rechtbank werd overgenomen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, waarbij mr. H.J.M. Baldinger als voorzieningenrechter en mr. J. van de Kolk als griffier aanwezig waren.