ECLI:NL:RVS:2023:1100
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 20 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling, mede voor haar minderjarige kinderen, een verzoek om voorlopige voorziening heeft ingediend. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, die op 22 februari 2023 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel af te wijzen, vernietigde. De rechtbank bepaalde dat de rechtsgevolgen van dat besluit in stand blijven, waarop de vreemdeling hoger beroep heeft ingesteld.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat zij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft, na beoordeling van de ingediende stukken, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdeling heeft gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek, tot een bedrag van € 837,00, dat geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak benadrukt het belang van rechtsbescherming voor vreemdelingen in asielprocedures en de mogelijkheid om voorlopige voorzieningen te vragen in afwachting van een definitieve uitspraak in hoger beroep.