ECLI:NL:RVS:2023:1056

Raad van State

Datum uitspraak
15 maart 2023
Publicatiedatum
16 maart 2023
Zaaknummer
202100255/3/A2 en 202100734/3/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verschoning van staatsraad in bestuursrechtelijke herzieningszaken

Op 15 maart 2023 heeft staatsraad mr. H.J.M. Besselink een verzoek tot verschoning ingediend in verband met zijn betrokkenheid bij twee gelijktijdig te behandelen herzieningsverzoeken, genummerd 202100255/1/A2 en 202100734/1/A2, die op 22 maart 2023 op zitting komen. Besselink heeft aangegeven dat hij eerder verbonden was aan een advocatenkantoor dat een processtuk heeft opgesteld voor een van de partijen in deze zaken. Dit heeft hem doen besluiten om zich te verschonen om elke schijn van vooringenomenheid te vermijden. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek om verschoning beoordeeld en, gezien de motivering van Besselink, besloten het verzoek toe te wijzen. De beslissing is genomen door de Afdeling bestuursrechtspraak, onder leiding van voorzitter mr. E.A. Minderhoud en de leden mr. H.G. Sevenster en mr. R. Uylenburg, in aanwezigheid van griffier mr. G.J. Deen. De uitspraak is openbaar gedaan op 15 maart 2023.

Uitspraak

202100255/3/A2 en 202100734/3/A2.
Datum beslissing: 15 maart 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op het verzoek om verschoning (ex artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht: hierna: Awb) van:
mr. H.J.M. Besselink
Procesverloop
Ten aanzien van zaak nr. 202100255/1/A2 en 202100734/1/A2, die beide gelijktijdig op 22 maart 2023 op zitting zullen worden behandeld, heeft staatsraad mr. H.J.M. Besselink (hierna: de staatsraad), die als lid van de meervoudige kamer belast is met de behandeling van deze zaak, op 14 maart 2023 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.
Overwegingen
1.       Ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Awb kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen.
In artikel 8:15 is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.       De zaken die op 22 maart 2023 op zitting worden behandeld betreffen twee gelijkluidende herzieningsverzoeken van twee verzoekers. De staatsraad heeft te kennen gegeven dat het hem bij de voorbereiding van bovenvermelde zaken is gebleken dat één van de partijen een beroep heeft gedaan op een processtuk dat is opgesteld door een advocaat van een kantoor waar hij tot voor kort, voorafgaand aan de benoeming als staatsraad, aan was verbonden. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van deze herzieningsverzoeken te voorkomen, heeft hij verzocht zich te mogen verschonen.
3.       De Afdeling acht, gezien deze motivering, inwilliging van het verzoek gerechtvaardigd.
4.       Gelet op het vorenstaande, wordt het verzoek toegewezen.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door mr. E.A. Minderhoud, voorzitter, en mr. H.G. Sevenster en mr. R. Uylenburg, leden, in tegenwoordigheid van mr. G.J. Deen, griffier.
w.g. Minderhoud
voorzitter
w.g. Deen
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 15 maart 2023
604