ECLI:NL:RVS:2022:914
Raad van State
- Verschoning
- J.Th. Drop
- N. Verheij
- R. Uylenburg
- Rechtspraak.nl
Verzoek om verschoning in bestuursrechtelijke procedure met vreemdelingenrechtelijke aspecten
In de zaak met nummer 202100286/2/A2 heeft mr. H.G. Sevenster, lid van de meervoudige kamer, op 24 maart 2022 verzocht zich te mogen verschonen van de behandeling van de zaak die op 31 maart 2022 op zitting zou worden behandeld. Dit verzoek is gedaan in het kader van een eerdere zaak (202100286/1/A2) waarin de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van [persoon A] om afgifte van een document, dat rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan zou bevestigen, had afgewezen. Het bezwaar van [persoon A] tegen deze afwijzing werd ongegrond verklaard door de staatssecretaris, en de rechtbank bevestigde deze beslissing. De uitspraak van de rechtbank werd op 17 mei 2021 door de Afdeling bevestigd. De staatsraad, als lid van de enkelvoudige kamer, had deze uitspraak vastgesteld. Aangezien [persoon A] de partner is van [persoon B] en zij samen een zoon hebben, speelt deze vreemdelingenrechtelijke procedure een belangrijke rol in het hoger beroep dat door [persoon B] is ingesteld over de door de Belastingdienst/Toeslagen berekende en vastgestelde voorschotten zorgtoeslag, kindgebonden budget en huurtoeslag over het jaar 2019. Om elke schijn van vooringenomenheid te vermijden, heeft de staatsraad verzocht om verschoning. De Afdeling heeft, gezien de motivering van het verzoek, besloten het verzoek om verschoning toe te wijzen. De beslissing is genomen door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, onder leiding van voorzitter mr. J.Th. Drop en leden mr. N. Verheij en mr. R. Uylenburg, in aanwezigheid van griffier mr. N. Tibold. De uitspraak vond plaats op 25 maart 2022.