ECLI:NL:RVS:2022:90
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing wijziging verblijfsvergunning door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, van 17 februari 2021. De vreemdeling had een aanvraag ingediend bij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om het doel van haar verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te wijzigen. Deze aanvraag werd op 16 januari 2020 afgewezen. De vreemdeling maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar de staatssecretaris verklaarde het bezwaar ongegrond op 25 augustus 2020. De rechtbank oordeelde in haar uitspraak van 17 februari 2021 dat het beroep van de vreemdeling gegrond was en vernietigde de afwijzing van de staatssecretaris, maar bepaalde dat de rechtsgevolgen daarvan in stand blijven.
De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D. Schaap, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. In het hoger beroep zijn verschillende grieven aangevoerd. De Raad van State oordeelt dat de eerste grief van de vreemdeling niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, omdat deze geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling beantwoord moeten worden. De tweede grief, die betrekking heeft op de vergoeding van het griffierecht, wordt echter gegrond verklaard. De rechtbank had moeten bepalen dat de staatssecretaris het betaalde griffierecht moet vergoeden, aangezien het beroep gegrond was verklaard.
De Raad van State verklaart het hoger beroep gegrond en vernietigt de uitspraak van de rechtbank voor zover deze niet inhoudt dat het betaalde griffierecht wordt vergoed. De uitspraak van de rechtbank wordt voor het overige bevestigd. De staatssecretaris wordt veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de vreemdeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.J. Borman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D.I. van Kesteren, griffier, en is openbaar uitgesproken op 13 januari 2022.