ECLI:NL:RVS:2022:824
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen terugkeerbesluit staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 23 maart 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling een voorlopige voorziening heeft verzocht. De vreemdeling had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke op 10 januari 2020 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De vreemdeling werd opgedragen Nederland binnen vier weken te verlaten, wat resulteerde in een terugkeerbesluit. De rechtbank Den Haag had op 25 september 2020 het beroep van de vreemdeling tegen dit terugkeerbesluit gegrond verklaard en het besluit vernietigd, maar het overige besluit in stand gelaten. Zowel de vreemdeling als de staatssecretaris hebben hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
In de tussenliggende periode heeft de staatssecretaris op 7 maart 2022 een nieuw terugkeerbesluit genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroepsgronden ingediend en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er een beslissing was genomen op de hoger beroepen en het beroep tegen het nieuwe terugkeerbesluit. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het niet aannemelijk is dat het nieuwe besluit in stand zal blijven, en heeft daarom de voorlopige voorziening getroffen. De staatssecretaris is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn vastgesteld op € 759,00, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.
De uitspraak benadrukt het belang van rechtsbescherming voor vreemdelingen in asielprocedures en de mogelijkheid om voorlopige voorzieningen te vragen in afwachting van een definitieve uitspraak in hoger beroep.