ECLI:NL:RVS:2022:746
Raad van State
- J.Th. Drop
- S.C. van Tuyll van Serooskerken
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Rotterdam inzake vertrouwelijke gedingstukken en kennisneming door de Afdeling bestuursrechtspraak
In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam, gedateerd 16 juli 2021, met betrekking tot de zaken 20/4592, 20/4591 en 20/2235. De minister voor Rechtsbescherming heeft vertrouwelijke versies van twee gedingstukken overgelegd en verzocht om beperking van de kennisneming van deze stukken op grond van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De minister heeft aangegeven dat alleen de Afdeling bestuursrechtspraak kennis mag nemen van deze vertrouwelijke documenten.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de verzoeken van de minister in overweging genomen. Hierbij is gekeken naar de belangen van zowel [appellant] als de minister. Enerzijds is het van belang dat partijen gelijkelijk toegang hebben tot relevante informatie voor het hoger beroep, anderzijds moet de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen worden beschermd. De vertrouwelijke gegevens omvatten persoonsgegevens van de melder en medewerkers van de politie die niet betrokken zijn bij de opsporing.
Na afweging van de belangen heeft de Afdeling besloten dat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zwaarder weegt dan het belang van [appellant] om kennis te nemen van de vertrouwelijke stukken. De Afdeling heeft geoordeeld dat kennisneming van deze gegevens niet noodzakelijk is voor [appellant] om zich adequaat te kunnen verweren tegen het besluit van de minister. Daarom is het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd verklaard.
De beslissing is genomen door mr. J.Th. Drop, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in aanwezigheid van mr. S.C. van Tuyll van Serooskerken, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 16 maart 2022.