ECLI:NL:RVS:2022:717

Raad van State

Datum uitspraak
10 maart 2022
Publicatiedatum
10 maart 2022
Zaaknummer
202106068/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Rechters
  • J.Th. Drop
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van verzoek om beperkte kennisneming van vertrouwelijke stukken in hoger beroep

In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 22 juli 2021, waarin de burgemeester van Almere vertrouwelijke versies van twee gedingstukken heeft overgelegd. Deze gedingstukken omvatten een bestuurlijke rapportage en een hennepinformatiebericht. De burgemeester heeft, met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), verzocht dat alleen de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kennis mag nemen van deze stukken. De Afdeling heeft de vertrouwelijke stukken beoordeeld en vastgesteld dat de namen van [appellant] en zijn kinderen, evenals de handtekeningen van de rapporteur en de aanbieder, zijn weggelakt om de persoonlijke levenssfeer te beschermen.

De Afdeling heeft overwogen dat het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen zwaarder weegt dan het belang van [appellant] om kennis te nemen van deze gegevens. Dit geldt echter niet voor zijn eigen naam en geboortedatum, noch voor de namen en geboortedata van zijn kinderen. De Afdeling heeft het verzoek om beperkte kennisneming van de rapportage alleen gerechtvaardigd geacht voor de naam en handtekening van de rapporteur en de aanbieder. Daarnaast heeft de Afdeling het verzoek om beperkte kennisneming van het hennepinformatiebericht toegewezen, omdat het belang van opsporing in dit geval zwaarder weegt dan het belang van [appellant].

De beslissing van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State houdt in dat het verzoek om kennisneming van de namen en geboortedata van de in rechtsoverweging 3 genoemde personen wordt afgewezen, terwijl de burgemeester wordt verzocht om een nieuwe versie van de bestuurlijke rapportage aan de Afdeling en de andere partij toe te sturen. De uitspraak is gedaan door mr. J.Th. Drop, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, en is openbaar uitgesproken op 10 maart 2022.

Uitspraak

202106068/2/A3.
Datum beslissing: 10 maart 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Almere,
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden­-Nederland van 22 juli 2021 in zaak nr. 20/4488 in het geding tussen:
[appellant]
en
de burgemeester van Almere.
Procesverloop
[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Midden­-Nederland van 22 juli 2021 in zaak nr. 20/4488.
De burgemeester heeft de vertrouwelijke versies van twee gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.
Het betreft een bestuurlijke rapportage en een hennepinformatiebericht.
Overwegingen
1.       De burgemeester heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van de stukken kennis zal nemen.
2.       Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het hoger beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.
3.       De Afdeling heeft kennis genomen van de vertrouwelijk overgelegde stukken. Zij stelt vast dat in de bestuurlijke rapportage de namen van [appellant] en zijn kinderen, hun geboortedata en de namen en handtekeningen van de rapporteur en de aanbieder van de bestuurlijke rapportage zijn weggelakt. De Afdeling acht aannemelijk dat kennisneming van de naam en handtekening van de rapporteur en de handtekening van de aanbieder zal leiden tot aantasting van het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van deze personen. Naar het oordeel van de Afdeling weegt dit belang in dit geval zwaarder dan het belang van [appellant] om kennis te kunnen nemen van die gegevens. Het geldt echter niet voor zover het zijn eigen naam en geboortejaar, de namen en geboortedata van zijn kinderen en de naam van de aanbieder betreft.
De Afdeling acht het verzoek tot beperkte kennisneming dus alleen gerechtvaardigd voor wat betreft de naam van de rapporteur en de handtekeningen van de rapporteur en de aanbieder van de bestuurlijke rapportage.
4.       Indien de burgemeester geen gehoor geeft aan het in dictumonderdeel II. aangeduide verzoek om de naam van de aanbieder en de namen en geboortedata van [appellant] en zijn kinderen in de bestuurlijke rapportage toe te sturen, kan de Afdeling daaraan gevolgen verbinden.
5.       De Afdeling wijst het verzoek om beperkte kennisneming van het hennepinformatiebericht toe. Het belang van de opsporing weegt bij dit document zwaarder dan het belang dat [appellant] kennisneemt van de stukken.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        wijst het verzoek af voor zover het betreft de namen en geboortedata van de in rechtsoverweging 3 genoemde personen in de bestuurlijke rapportage;
II.       verzoekt de burgemeester voor de zitting in hoger beroep door toezending van een nieuwe versie van de bestuurlijke rapportage aan de Afdeling en de andere partij deze informatie mede te delen;
III.      wijst het verzoek toe voor zover het de naam en handtekening van de rapporteur en de handtekening van de aanbieder van de bestuurlijke rapportage betreft en het het hennepinformatiebericht betreft.
Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. S.C. van Tuyll van Serooskerken, griffier.
Het lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer is verhinderd de uitspraak te ondertekenen
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen
Uitgesproken in het openbaar op 10 maart 2022
290