202006208/3/R2.
Datum uitspraak: 8 maart 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
1. Albert Heijn B.V., gevestigd te Zaandam, Ahold Europe Real Estate & Construction B.V., gevestigd te Zaandam, B.V. Nettorama Verbruikersmarkten, gevestigd te Oosterhout, [verzoeker sub 1A], gevestigd te [plaats], en [verzoeker sub 1B], gevestigd te [plaats] (hierna tezamen: Albert Heijn en anderen),
2. [verzoeker sub 2A], [verzoeker sub 2B], [verzoeker sub 2C], Ortho Echt B.V., [verzoeker sub 2D], [verzoeker sub 2E], [verzoeker sub 2F], Delfam B.V., [verzoeker sub 2G] en [verzoeker sub 2H], allen gevestigd dan wel wonend te Echt, gemeente Echt-Susteren (hierna tezamen: [verzoeker sub 2A] en anderen),
3. [verzoeker sub 3], wonend te Echt, gemeente Echt-Susteren,
4. [verzoekster sub 4], gevestigd te Maasbracht, gemeente Maasgouw,
5. OVM-Centrum, gevestigd te Maasbracht, gemeente Maasgouw,
6. Het college van burgemeester en wethouders en de raad van de gemeente Maasgouw (hierna tezamen en in enkelvoud: de gemeente Maasgouw),
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Echt-Susteren,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 8 oktober 2020 heeft de raad het bestemmingsplan "Centrum Echt" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben onder andere Albert Heijn en anderen, [verzoeker sub 2A] en anderen, [verzoeker sub 3], [verzoekster sub 4], OVM-Centrum en de gemeente Maasgouw beroep ingesteld.
Albert Heijn en anderen, [verzoeker sub 2A] en anderen, [verzoeker sub 3], [verzoekster sub 4], OVM-Centrum en de gemeente Maasgouw hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Exploitatiemaatschappij De Valk B.V., [partij A], [partij B] en [partij C] (hierna tezamen en in enkelvoud: [partij]) hebben een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Albert Heijn en anderen, [verzoeker sub 2A] en anderen, [verzoeker sub 3], [verzoekster sub 4], OVM-Centrum, de gemeente Maasgouw, de raad en [partij] hebben nadere stukken ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 17 februari 2022, waar Albert Heijn en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigde A], bijgestaan door mr. B. de Haan, advocaat te Arnhem, [verzoeker sub 2A] en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigde B], [verzoeker sub 2E] en [verzoeker sub 2B], bijgestaan door mr. E.H.E.J. Wijnen, advocaat te Tilburg, [verzoeker sub 3], vergezeld door [gemachtigde C], bijgestaan door mr. G.A.M. van de Wouw, rechtsbijstandverlener te Eijsden-Margraten, [verzoekster sub 4], vertegenwoordigd door [gemachtigde D] en [gemachtigde E], bijgestaan door mr. G.A.M. van de Wouw, OVM-Centrum, vertegenwoordigd door mr. G.A.M. van de Wouw, de gemeente Maasgouw, vertegenwoordigd door S.G.M. Widdershoven en drs. J.H.M. Seerden, bijgestaan door mr. E.G.M. Huisman, advocaat te Tilburg, en de raad, vertegenwoordigd door drs. L.M.M. van Horen, drs. E.M.T. Beunen, R. Osinga en F. Simons, bijgestaan door mr. N.A. Rijsterborgh, advocaat te Maastricht, zijn verschenen. Voorts zijn [partij], vertegenwoordigd door [partij C] en [gemachtigde F], bijgestaan door mr. R.J.J.M.M. Metsemakers, advocaat te Urmond, en Jumbo Supermarkten B.V., vertegenwoordigd door mr. J. Zweers, advocaat te Den Haag, als partij gehoord.
Overwegingen
1. Ter zitting hebben Albert Heijn en anderen hun beroepsgrond over de gestelde strijdigheid van het bestreden plandeel met de Dienstenrichtlijn ingetrokken. Verder is ter zitting gebleken dat het verzoek van [verzoeker sub 2A] en anderen niet langer mede door [verzoeker sub 2D] en Delfam B.V. wordt gedaan, omdat zij geen belanghebbenden meer zijn bij het bestreden plandeel.
2. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
3. Het plan voorziet onder andere in de mogelijkheid om een foodmarkt, foodgerelateerde detailhandel, horeca en ambachtelijke bedrijven in de foodsector met ondergeschikte detailhandel en horeca te realiseren op het terrein van de voormalige dakpannenfabriek De Valk, dat gelegen is aan de Aasterbergerweg.
Op 23 december 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren bekend gemaakt dat het op 9 december 2021 een aanvraag heeft ontvangen voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een Jumbo Foodmarkt op het perceel aan de Aasterbergerweg, kadastraal bekend gemeente Echt, sectie K, perceelnummer 7668.
Beoordeling van het verzoek om voorlopige voorziening
4. De voorzieningenrechter stelt vast dat de verzoeken uitsluitend zien op de gronden op het terrein van De Valk, te weten het kadastrale perceel, gemeente Echt, sectie K, nummer 7668, met de bestemming "Detailhandel - Foodmarkt". De verzoeken strekken ertoe te voorkomen dat een onomkeerbare situatie ontstaat doordat de aangevraagde omgevingsvergunning voor het bouwen van de foodmarkt wordt verleend en de bodemprocedure hierdoor geen betekenis meer heeft.
5. Verzoekers hebben een groot aantal beroepsgronden naar voren gebracht die erop neerkomen dat het plan volgens hen niet in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. Zij stellen daartoe onder meer dat ten gevolge van de ontwikkeling van de foodmarkt onaanvaardbare leegstand zal ontstaan in het centrum van Echt en in de omliggende kernen zoals Pey en Maasbracht. De te ontstane leegstandseffecten zijn volgens hen onderschat in de BRO-rapportage, die aan het plan ten grondslag ligt. Ter onderbouwing van dit standpunt hebben zij deskundige tegenrapportages ingediend. Ook voeren verzoekers aan dat het plan in strijd met provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid is vastgesteld. Van de zijde van de raad en [partij] is op al deze gronden gereageerd. [partij] heeft verder benadrukt dat zijn initiatief niet alleen uit de foodmarkt bestaat, maar dat het gaat om de foodmarkt in combinatie met de op hetzelfde terrein gelegen foodgerelateerde detailhandel, horeca en ambachtelijke bedrijvigheid in de foodsector, waardoor een onderscheidend concept ontstaat met een bovenregionale aantrekkingskracht, en dat met dit initiatief de rijksmonumentale fabrieksgebouwen, die langdurig leegstonden, duurzaam worden gerestaureerd en behouden. Met de restauratiewerkzaamheden en de werkzaamheden ter gereedmaking van deze gebouwen voor de foodgerelateerde functies is al een aanvang gemaakt met gebruikmaking van de op basis van het al in werking getreden plan verleende omgevingsvergunningen, die ook al onherroepelijk zijn.
6. Gelet op de inhoud van de door alle partijen ingediende omvangrijke stukken, waaronder deskundige rapportages en tegenrapportages, stelt de voorzieningenrechter vast dat de in de verzoekschriften opgenomen gronden rechtsvragen betreffen, die zich niet lenen voor een beantwoording in een voorlopige voorzieningenprocedure. Voor een inhoudelijke beoordeling daarvan is nader onderzoek nodig in de bodemprocedure. De voorzieningenrechter zal daarom aan de hand van een afweging van de betrokken belangen bepalen of vooruitlopend op de beoordeling in de bodemprocedure een voorlopige voorziening moet worden getroffen.
7. Vast staat dat de bouw van een Jumbo foodmarkt, waarop de aanvraag ziet, mogelijk wordt gemaakt in het voorliggende plan en dat dit plan al in werking is getreden. Het belang van verzoekers is erin gelegen dat zij willen voorkomen dat er onomkeerbare gevolgen ontstaan in het geval dat de aangevraagde omgevingsvergunning voor het bouwen van de foodmarkt wordt verleend, voordat de Afdeling uitspraak in de hoofdzaak doet.
Daar tegenover staat het belang van [partij] bij het in werking blijven van het plan. Met de restauratie van de monumentale gebouwen is al een aanvang gemaakt op grond van onherroepelijke vergunningen. Naar [partij] heeft gesteld, is hiervoor een provinciale subsidie verleend onder de voorwaarde van realisatie van de restauratie vóór 1 september 2023 (Gallerij) en vóór 30 september 2023 (Loods 14) zonder verlengingsmogelijkheid en heeft hij daarom een belang bij het kunnen voortzetten van deze restauratiewerkzaamheden. [partij] heeft er verder op gewezen dat de provinciale subsidie bij lange na niet toereikend is voor de restauratie en dat deze alleen financieel mogelijk is door de integrale ontwikkeling, die is voorzien op het terrein van De Valk. Als de foodmarkt niet kan worden ontwikkeld, geldt dat de hele ontwikkeling van het De Valkterrein financieel niet uitvoerbaar is. Een schorsing van het bestemmingsplan betekent dat er gestopt moet worden met de restauratie en functiegerichte invulling van de gebouwen, omdat het risico te groot wordt op een verlieslatende exploitatie, aldus [partij].
8. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de verzoeken bij afweging van de betrokken belangen moeten worden toegewezen. Daarbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat [partij] ter zitting kenbaar heeft gemaakt dat een schorsing van het betrokken plandeel op zichzelf niet aan de voortzetting en uitvoering van de restauratiewerkzaamheden van de monumentale gebouwen in de weg staat, maar dat er in dat geval gekozen wordt om die werkzaamheden stop te zetten, gelet op de risico’s voor [partij]. Dat [partij] is begonnen met de restauratiewerkzaamheden voordat er zekerheid over is dat de foodmarkt gerealiseerd mag worden, is een risico waar hij zelf voor heeft gekozen. Dit geldt te meer, omdat een schorsing van het bestreden plandeel niet in de weg staat aan de voortzetting van de restauratiewerkzaamheden en derhalve niet behoeft te leiden tot een overschrijding van de tijdgebonden voorwaarde waaronder de provinciale subsidie is verleend. Gelet hierop is de voorzieningenrechter van oordeel dat de belangen van verzoekers bij het voorkomen van onomkeerbare gevolgen zwaarder wegen dan de belangen van [partij].
Conclusie en proceskostenveroordeling
9. Gelet op het vorenstaande ziet de voorzieningenrechter aanleiding om de na te melden voorlopige voorziening te treffen.
10. De raad moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Echt-Susteren van 8 oktober 2020 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Centrum Echt", voor zover dat betrekking heeft op de gronden van het kadastrale perceel, gemeente Echt, sectie K, met het nummer 7668, met de bestemming "Detailhandel - Foodmarkt";
II. veroordeelt de raad van de gemeente Echt-Susteren tot vergoeding van:
- bij Albert Heijn en anderen in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.518,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd totaal bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
- bij [verzoeker sub 2A] en anderen in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.518,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd totaal bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
- bij [verzoeker sub 3] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.012,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
- bij [verzoekster sub 4] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.012,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
- bij OVM-Centrum in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.012,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
- bij het college van burgemeester en wethouders van Maasgouw en de raad van de gemeente Maasgouw in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.518,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd totaal bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
III. gelast dat de raad van de gemeente Echt-Susteren aan:
- Albert Heijn en anderen het door hen betaalde griffierecht ten bedrage van € 354,00 voor behandeling van het verzoek vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
- [verzoeker sub 2A] en anderen het door hen betaalde griffierecht ten bedrage van € 354,00 voor behandeling van het verzoek vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
- [verzoeker sub 3] het door hem betaalde griffierecht ten bedrage van € 265,00 voor behandeling van het verzoek vergoedt;
- [verzoekster sub 4] het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 354,00 voor behandeling van het verzoek vergoedt;
- OVM-Centrum het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 354,00 voor behandeling van het verzoek vergoedt;
- het college van burgemeester en wethouders van Maasgouw en de raad van de gemeente Maasgouw het door hen betaalde griffierecht ten bedrage van € 354,00 voor behandeling van het verzoek vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.W.L. van der Heijden, griffier.
De voorzieningenrechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen
Uitgesproken in het openbaar op 8 maart 2022
884