ECLI:NL:RVS:2022:65

Raad van State

Datum uitspraak
12 januari 2022
Publicatiedatum
12 januari 2022
Zaaknummer
202102552/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E. Helder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuurlijke rechtszaak over locatie ondergrondse restafvalcontainer in Hillegom

Op 12 januari 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen een appellant, wonend te Hillegom, en het college van burgemeester en wethouders van Hillegom. De zaak betreft een besluit van 9 februari 2021, waarbij het college het locatieplan "Ondergrondse containers voor restafval bij hoogbouw" heeft vastgesteld. De appellant is het niet eens met de aanwijzing van de locatie "OC locatie Sportlaan thv nr. 84" voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer (orac). Hij betoogt dat er onduidelijkheid bestaat over de exacte plaatsing van de container, aangezien in het locatieplan zowel een luchtfoto als een topografische kaart zijn opgenomen die verschillende locaties aangeven.

Tijdens de zitting op 2 november 2021, waar de appellant werd bijgestaan door mr. R.J. Grasmeijer, heeft het college, vertegenwoordigd door S. Michel, S. van der Pols en A. van der Meer, via videoverbinding deelgenomen. De Afdeling heeft vastgesteld dat de luchtfoto en de topografische kaart niet overeenkomen in de aanduiding van de locatie voor de container. De appellant wijst erop dat de luchtfoto een geel vierkant toont dat de nieuwe locatie aangeeft, terwijl de kaart een rode stip toont die een andere plek aanduidt. Het college stelt dat de rode stip bepalend is voor de uiteindelijke locatie, maar de Afdeling concludeert dat het besluit in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel, omdat niet duidelijk is welke locatie het college heeft willen aanwijzen.

De Afdeling verklaart het beroep van de appellant gegrond en vernietigt het besluit van 9 februari 2021 voor zover het betreft de locatie "OC locatie Sportlaan thv nr. 84". Tevens wordt het college van burgemeester en wethouders van Hillegom veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de appellant, alsook tot terugbetaling van het griffierecht. De uitspraak is openbaar gedaan op 12 januari 2022.

Uitspraak

202102552/1/R1.
Datum uitspraak: 12 januari 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Hillegom,
en
het college van burgemeester en wethouders van Hillegom,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 9 februari 2021 heeft het college het locatieplan "Ondergrondse containers voor restafval bij hoogbouw" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 2 november 2021, waar [appellant], bijgestaan door mr. R.J. Grasmeijer, is verschenen. Het college, vertegenwoordigd door S. Michel, S. van der Pols en A. van der Meer, heeft via een videoverbinding aan deze zitting deelgenomen.
Overwegingen
1.       [appellant] woont op het perceel [locatie]. Hij kan zich niet verenigen met het besluit, voor zover daarbij in het locatieplan de locatie "OC locatie Sportlaan thv nr. 84" is aangewezen om een ondergrondse restafvalcontainer (hierna: orac) te plaatsen. Het college heeft met de aanwijzing van deze locatie beoogd te voorzien in een orac in een groenstrook achter de achtertuin van [appellant].
Geschiktheid locatie
2.       [appellant] betoogt dat onduidelijk is waar de container zal worden geplaatst. Hij wijst er op dat in het locatieplan voor deze locatie een kaart en een luchtfoto zijn opgenomen. Op de luchtfoto is een vierkant weergegeven dat de nieuwe locatie voor de orac aangeeft. Op de kaart is echter met een rode stip een andere plek aangegeven, namelijk de plek in de groenstrook achter de tuin. [appellant] wijst er op dat op de concrete locatie waarmee het gele vierkant op de kaart correspondeert ook daadwerkelijk een bord heeft gestaan waarop stond dat daar een container zou worden geplaatst.
2.1.    Het college stelt dat de omstandigheid dat de rode stip niet samenvalt met het gele vierkant, niet maakt dat het besluit onduidelijk is. Het college stelt verder dat duidelijk is dat de rode stip bepalend is voor de uiteindelijke locatie, zoals dat ook bij andere locaties het geval is. Als voor [appellant] onduidelijkheid bestond over de precieze locatie, had hij een zienswijze kunnen indienen hierover. Het college stelt verder dat voor dit deel van de Sportlaan twee locaties zijn aangewezen, waarbij de ene locatie de andere niet uitsluit. Er is bovendien geen rechtsregel die stelt dat een locatie die aangewezen is ook daadwerkelijk moet worden gebruikt. Dat er een bord op de locatie van het gele vierkant heeft gestaan is niet relevant, omdat dit een feitelijke handeling is, aldus het college.
2.2.    De Afdeling stelt vast dat in het locatieplan voor deze locatie een luchtfoto en een topografische kaart naast elkaar zijn weergegeven. Op de luchtfoto is onder andere een geel vierkant weergegeven, dat op de foto is omschreven als "nieuwe locatie". Dit vierkant is op ongeveer 75 m van de achtertuin van [appellant] ingetekend, nabij de kruising van de Olympiaweg en de Sportlaan. Op de topografische kaart is een rode stip weergegeven, die op de kaart is omschreven als "Rest container". Deze stip ligt aan de Sportlaan, ter hoogte van de achtertuin van [appellant]. Ter zitting is gebleken dat de orac hier ook inmiddels is geplaatst. In het bestreden besluit noch het bijbehorende locatieplan waarin de locaties voor containers zijn aangewezen, is gespecificeerd of voor deze orac de locatie binnen het gele vierkant op de luchtfoto of de rode stip op de topografische kaart bepalend is. Evenmin is aangegeven dat de rode stip de bepalende locatie is. Nu uit het besluit niet duidelijk blijkt welke locatie het college heeft willen aanwijzen, ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat het besluit in zoverre in strijd met het rechtzekerheidsbeginsel is vastgesteld.
2.3.    Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit dient wegens strijd met het rechtszekerheidsbeginsel te worden vernietigd, voor zover het betreft de locatie "OC locatie Sportlaan thv nr. 84", zoals weergegeven in het locatieplan behorende bij het bestreden besluit. De Afdeling ziet gelet op de aard van de gebreken bij de voorbereiding en het nemen van het door [appellant] aangevochten besluit geen aanleiding nader te onderzoeken of de rechtsgevolgen in stand kunnen worden gelaten.
2.4.    Het college moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het beroep gegrond;
II.       vernietigt het besluit van 9 februari 2021, waarbij het college het locatieplan "Ondergrondse containers voor restafval bij hoogbouw" heeft vastgesteld, voor zover het gaat om de locatie "OC locatie Sportlaan thv nr. 84";
III.      veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Hillegom tot vergoeding van bij [appellant] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.518,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
IV.     gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Hillegom aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 181,00 vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. E. Helder, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.S. van Helvoort, griffier.
Het lid van de enkelvoudige kamer is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
Uitgesproken in het openbaar op 12 januari 2022
361