ECLI:NL:RVS:2022:609

Raad van State

Datum uitspraak
24 februari 2022
Publicatiedatum
28 februari 2022
Zaaknummer
202201169/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening horeca- en exploitatievergunning Carrousel B.V. in hoger beroep

Op 24 februari 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een mondelinge uitspraak gedaan in de zaak van Carrousel 's-Hertogenbosch B.V. tegen de burgemeester van 's-Hertogenbosch. De rechtbank Oost-Brabant had eerder op 21 februari 2022 de intrekking van de horeca- en exploitatievergunning van Carrousel B.V. in stand gelaten. Carrousel B.V. verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat de besluiten van de burgemeester per 25 februari 2022 geschorst zouden worden totdat er een beslissing in het hoger beroep zou zijn genomen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen. In de overwegingen werd benadrukt dat het niet evident is dat de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep geen stand zal houden, wat nader onderzoek in de bodemprocedure vereist. De voorzieningenrechter voerde een belangenafweging uit, waarbij het belang van de burgemeester om zijn besluiten uit te voeren, zwaarder woog dan het financiële belang van Carrousel B.V. De burgemeester had geen vertrouwen in Carrousel B.V. en de vergunninghouder, vooral gezien de moeilijkheden bij toezicht tijdens de carnavalsperiode. Het financiële belang van Carrousel B.V. werd als een ondernemersrisico beschouwd.

De uitspraak werd niet ondertekend door de voorzieningenrechter en de griffier, die beiden verhinderd waren.

Uitspraak

202201169/2/A3.
Datum uitspraak: 24 februari 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
Carrousel 's-Hertogenbosch B.V., gevestigd te 's-Hertogenbosch,
verzoekster,
tegen de uitspraak van de rechtbank Oost­Brabant van 21 februari 2022 in zaak nr. 20/3711 en 20/3714 in het geding tussen:
Carrousel B.V. e.a.
en
de burgemeester van 's-Hertogenbosch.
Openbare zitting gehouden op 24 februari 2022 om 10:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. C.H.M. van Altena, voorzieningenrechter
griffier: mr. B. Ley-Nell
Verschenen:
-        Carrousel B.V., vertegenwoordigd door [directeur], bijgestaan door mr. M.B.Ph. Geeraedts en mr. F. Khalien, beiden advocaat te 's-Hertogenbosch,
-        De burgemeester - via videoverbinding -, vertegenwoordigd door S. Ipek en mr. N. Horning, bijgestaan door mr. F.A. Pommer, advocaat te Nijmegen.
De rechtbank Oost-Brabant heeft in haar uitspraak van 21 februari 2022 de intrekking van de horeca- en exploitatievergunning van horecabedrijf Carrousel in stand gelaten. Carrousel B.V. heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen die inhoudt dat de besluiten van de burgemeester (betreffende horecabedrijf Carrousel) per 25 februari 2022 worden geschorst, totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Daartoe wordt het volgende overwogen.
Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is niet op voorhand evident dat de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep geen stand zal houden. Dit vergt echter nader onderzoek in de bodemprocedure. Daarom zal er een belangenafweging plaatsvinden. Het belang van de burgemeester bij uitvoering van zijn besluiten, is dat hij geen vertrouwen heeft in Carrousel B.V. en [directeur] als vergunninghouder. In de carnavalsperiode is toezichthouden moeilijk te realiseren en acht de burgemeester sluiting van het horecapand juist noodzakelijk. Daartegenover staat het financiële belang van Carrousel B.V. die investeringen heeft gedaan voor de carnavalsperiode. Gelet op alle omstandigheden van het geval, is de voorzieningenrechter van oordeel dat het belang van de burgemeester in dit geval zwaarder weegt. Het financiële belang zoals door Carrousel B.V. gesteld behoort tot het ondernemersrisico.
De voorzieningenrechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen
597