ECLI:NL:RVS:2022:608
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 28 februari 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 3 januari 2022 niet in behandeling was genomen. Hiertegen had de vreemdeling beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 7 februari 2022 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling ging in hoger beroep en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij niet zou worden overgedragen voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft de aanvraag van de vreemdeling in overweging genomen en besloot dat er aanleiding was om de voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter bepaalde dat de vreemdeling niet zou worden overgedragen totdat er een beslissing was genomen op het hoger beroep. Daarnaast werd de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de vreemdeling, die in dit geval € 759,00 bedroegen, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. Deze uitspraak is gedaan in het openbaar en is een belangrijke beslissing in het kader van het vreemdelingenrecht.