ECLI:NL:RVS:2022:532
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van asielaanvragen door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 17 februari 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van asielaanvragen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De vreemdelingen, aangeduid als vreemdeling 1 en vreemdeling 2, hadden op 20 september 2021 aanvragen ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvragen werden door de staatssecretaris afgewezen. De vreemdelingen gingen in beroep tegen deze afwijzing bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen. Op 20 januari 2022 verklaarde de rechtbank de beroepen ongegrond.
Tegen deze uitspraak hebben de vreemdelingen hoger beroep ingesteld, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. C.M. Suurmeijer-Wawoe. Daarnaast vroegen zij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat het niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden.
Daarom werd het hoger beroep ongegrond verklaard en werd de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.