202200845/1/A2.
Datum uitspraak: 14 februari 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
A.P.D. van den Raadt, wonend te Haarlem,
appellant,
en
het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Haarlem (hierna: het centraal stembureau),
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 4 februari 2022 heeft het centraal stembureau de kandidaat "van Wooning, M.L. (Maxime) (v)" geschrapt van de kandidatenlijst van Trots op Nederland (TROTS).
Tegen dit besluit heeft Van den Raadt beroep ingesteld.
Het centraal stembureau heeft een verweerschrift ingediend.
De Kiesraad heeft inlichtingen verschaft.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 februari 2022, waar Van den Raadt en M.L. van Wooning, vergezeld van J. Amand, en het centraal stembureau, vertegenwoordigd door mr. H.H.O. Barneveld, zijn verschenen. Voorts is ter zitting de Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. R.N.A. Al, als partij gehoord.
Overwegingen
Inleiding
1. Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage en maakt deel uit van deze uitspraak.
2. Op 31 januari 2022 - de dag van de kandidaatstelling, als bedoeld in artikel H 1, eerste lid, van de Kieswet, voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Haarlem op 16 maart 2022 - is de kandidatenlijst van Trots op Nederland ingeleverd bij het centraal stembureau.
Het centraal stembureau heeft op 1 februari 2022 de door Trots op Nederland op de dag van de kandidaatstelling ingediende stukken onderzocht. Daarbij is het verzuim geconstateerd dat de instemmingsverklaring van kandidaat 11, Van Wooning, wordt geacht te ontbreken, aangezien geen kopie van een geldig identiteitsbewijs is ingeleverd, omdat de handtekening op het identiteitsbewijs ontbreekt. Ter zitting bij de Afdeling heeft het centraal stembureau toegelicht dat bij de op 31 januari 2022 ingeleverde instemmingsverklaring een kopie van een rijbewijs is overgelegd. De hierop vermelde handtekening was evenwel zo klein weergegeven dat niet kon worden vastgesteld of deze handtekening overeenkwam met die op de instemmingsverklaring, aldus het centraal stembureau.
Het centraal stembureau heeft aan Trots op Nederland een termijn gesteld voor het herstellen van het verzuim en het inleveren van aanvullende stukken. Trots op Nederland heeft op 3 februari 2022 gebruik gemaakt van deze gelegenheid en een nieuwe verklaring van instemming en een kopie van een paspoort overgelegd.
Bij besluit van 4 februari 2022 heeft het centraal stembureau de kandidaat Van Wooning geschrapt van de kandidatenlijst van Trots op Nederland, omdat van deze kandidaat de instemmingsverklaring wordt geacht te ontbreken, aangezien geen kopie van een geldig legitimatiebewijs is ingeleverd. In dat verband is toegelicht dat de handtekening op het identiteitsbewijs ontbreekt en vaststelling niet heeft kunnen plaatsvinden. In het verweerschrift en ter zitting bij de Afdeling heeft het centraal stembureau toegelicht dat een groot verschil is geconstateerd tussen de handtekening op de instemmingsverklaring en de handtekening op de kopie van het op 22 juni 2015 uitgegeven paspoort en dat daarom niet kon worden vastgesteld dat de handtekening op de instemmingsverklaring afkomstig is van kandidaat Van Wooning.
Beroep
3. Van den Raadt betoogt dat Trots op Nederland, anders dan in het besluit van 4 februari 2022 is overwogen, de juiste gegevens van kandidaat M.L. van Wooning heeft ingediend. Hij wijst erop dat een geldig identiteitsbewijs is ingeleverd, omdat een geldige kopie van een paspoort is overgelegd. Ook heeft het centraal stembureau volgens Van den Raadt ten onrechte geconstateerd dat een handtekening op de kopie van het identiteitsbewijs ontbreekt en dat de handtekening op de instemmingsverklaring niet overeenkomt met de handtekening op de kopie van het identiteitsbewijs, omdat handtekeningen in de loop van de tijd kunnen veranderen. Hij wijst erop dat verzocht is om Van Wooning in de gelegenheid te stellen persoonlijk opnieuw te laten tekenen in het stadhuis.
Beoordeling beroep
4. Vooropgesteld dient te worden dat het vereiste van een instemmingsverklaring ten doel heeft te voorkomen dat personen tegen hun wil op een kandidatenlijst worden geplaatst. Eén van de middelen om dat te controleren is een handtekening.
Hoewel de op de kopie van het rijbewijs opgenomen handtekening heel klein is, kan niet worden gezegd dat deze handtekening geen enkele gelijkenis vertoont met de op het instemmingsformulier van 31 januari 2022 vermelde handtekening. Verder stelt geen van de partijen zich op het standpunt dat Van Wooning niet op de kandidatenlijst van Trots op Nederland voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Haarlem op 16 maart 2022 wil worden geplaatst. Van Wooning was ter zitting bij de Afdeling aanwezig en heeft verklaard dat beide instemmingsverklaringen door haar zijn ondertekend. Geen van de partijen twijfelt daaraan. De Afdeling ziet evenmin aanleiding om aan te nemen dat de verklaring niet kan worden gevolgd. Daarbij komt dat de Kiesraad ter zitting bij de Afdeling heeft verklaard dat in dit geval, waarin is vastgesteld dat Van Wooning met haar kandidatuur instemt, de Kieswet zich er niet tegen verzet dat Van Wooning alsnog als kandidaat op de kandidatenlijst wordt geplaatst. Gelet op het voorgaande concludeert de Afdeling dat geen grond bestaat voor schrapping van de kandidaat van de lijst als bedoeld in artikel I 6, eerste lid, aanhef en onder b, van de Kieswet.
5. Het betoogt slaagt.
Conclusie
6. Het beroep is gegrond. Het besluit van het centraal stembureau van 4 februari 2022 moet worden vernietigd, voor zover daarbij de naam van kandidaat M.L. van Wooning van de kandidatenlijst van Trots op Nederland is geschrapt. Zij moet alsnog op die kandidatenlijst worden geplaatst. De in die vorm ingediende kandidatenlijst moet alsnog worden geaccepteerd.
7. Het centraal stembureau moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep van A.P.D. van den Raadt gegrond;
II. vernietigt het besluit van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Haarlem van 4 februari 2022, voor zover daarbij de kandidaat "van Wooning, M.L. (Maxime) (v)" van de kandidatenlijst van Trots op Nederland (TROTS) is geschrapt;
III. plaatst kandidaat "van Wooning, M.L. (Maxime) (v)" alsnog op de kandidatenlijst van Trots op Nederland (TROTS) en bepaalt dat die lijst alsnog wordt geaccepteerd;
IV. bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit van 4 februari 2022, voor zover vernietigd;
V. gelast dat het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Haarlem aan A.P.D. van den Raadt het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 184,00 vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. C.J. Borman, voorzitter, en mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en mr. J.M.L. Niederer, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Nieuwenhuizen, griffier.
De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen
Uitgesproken in het openbaar op 14 februari 2022
633
BIJLAGE
Kieswet
Artikel H 1
1. Op de dag van de kandidaatstelling kunnen bij het centraal stembureau van negen tot zeventien uur kandidatenlijsten worden ingeleverd.
[…]
Artikel H 9
1. Bij de lijst wordt overgelegd een schriftelijke verklaring van iedere daarop voorkomende kandidaat dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op deze lijst voor de kieskring of de kieskringen waarvoor zij is ingeleverd. Tenzij een gemachtigde, bedoeld in de artikelen H 10, eerste lid, of H 10a, eerste lid, wordt aangewezen, wordt op deze verklaring vermeld op welk adres de kandidaat de kennisgeving van zijn benoeming, bedoeld in artikel V 1, wil ontvangen.
[…]
3. Bij de lijst wordt van iedere kandidaat die geen zitting heeft in het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de verkiezing wordt gehouden, tevens een kopie van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht overgelegd. Indien van een dergelijke kandidaat een kopie van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ontbreekt, wordt de verklaring van instemming van de betreffende kandidaat geacht te ontbreken.
4. Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld waar en wanneer de formulieren voor de verklaringen van instemming, kosteloos, voor de kiezers verkrijgbaar zijn. Bij ministeriële regeling wordt voor het formulier een model vastgesteld.
Artikel I 6
1. Het centraal stembureau schrapt, in de volgorde in dit lid aangewezen, van de lijst voor een kieskring de naam van de kandidaat:
[…]
b. van wie niet uit de overgelegde verklaring blijkt dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op de lijst voor deze kieskring;
[…]