ECLI:NL:RVS:2022:452

Raad van State

Datum uitspraak
11 februari 2022
Publicatiedatum
11 februari 2022
Zaaknummer
202200875/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen ongeldigverklaring kandidatenlijst gemeenteraadsverkiezingen Arnhem

In deze zaak gaat het om een beroep tegen het besluit van het centraal stembureau voor de gemeenteraadsverkiezingen van Arnhem, dat op 4 februari 2022 de kandidatenlijsten heeft beoordeeld. Het centraal stembureau heeft de kandidatenlijst van de appellant, aangeduid als 'Arnhemse Ouderen Partij', ongeldig verklaard, terwijl de kandidatenlijst van G. van Plateringen met dezelfde aanduiding geldig is verklaard. De zitting vond plaats op 11 februari 2022, waar de betrokken partijen hun standpunten naar voren brachten.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, onder leiding van voorzitter C.J. Borman, heeft in haar uitspraak geoordeeld dat de door de appellant ingeleverde kandidatenlijst niet voldeed aan de vereisten van de Kieswet. De appellant stond op plaats 9 van zijn lijst, maar deze voldeed niet aan het model H 1, waardoor het centraal stembureau deze lijst terecht ongeldig heeft verklaard. De lijst van Van Plateringen, waarop de appellant niet stond vermeld, werd daarentegen geldig verklaard.

De Raad van State heeft geconcludeerd dat er geen grond is om het besluit van het centraal stembureau te betwisten, aangezien de ingediende lijst van de appellant niet aan de wettelijke eisen voldeed. De uitspraak bevestigt dat de procedurele aspecten van de kandidatenlijsten strikt moeten worden nageleefd en dat er geen mogelijkheid tot herstel was voor de appellant. De Afdeling verklaart het beroep ongegrond en wijst de vordering van de appellant voor nadeelcompensatie en schadevergoeding af.

Uitspraak

202200875/1/A2.
Datum uitspraak: 11 februari 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[appellant], wonend te Arnhem,
appellant,
en
het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Arnhem (hierna: het centraal stembureau),
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 11 februari 2022 om 09:45 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. C.J. Borman, voorzitter
Staatsraad mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, lid
Staatsraad mr. J.M.L. Niederer, lid
griffier: mr. M.A. Nieuwenhuizen
Verschenen:
[appellant];
het centraal stembureau, vertegenwoordigd door mr. R.G.J.T. Kroes;
de Arnhemse Ouderen Partij, vertegenwoordigd door N. Wiggers;
de Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. R.N.A. Al.
Het beroep richt zich tegen het besluit van het centraal stembureau van 4 februari 2022 over de geldigheid en nummering van de kandidatenlijsten en het handhaven van de kandidaten op, en de aanduidingen bovenaan, de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Arnhem op 16 maart 2022. Daarbij heeft het centraal stembureau de door [appellant] ingeleverde kandidatenlijst met de aanduiding ‘Arnhemse Ouderen Partij’ ongeldig verklaard en de door G. van Plateringen ingeleverde kandidatenlijst met de aanduiding ‘Arnhemse Ouderen Partij’ geldig verklaard.
Beslissing
De Afdeling verklaart het beroep ongegrond.
Gronden
•       Op 31 januari 2022 zijn twee kandidatenlijsten met de aanduiding ‘Arnhemse Ouderen Partij’ ingeleverd bij het centraal stembureau. Eén door [appellant], waarop hij op plaats 9 staat, en één door Van Plateringen, waar [appellant] niet op staat.
•       Niet in geschil is dat de door [appellant] ingeleverde lijst niet voldoet aan het model H 1. Artikel I 2 van de Kieswet voorziet niet in een mogelijkheid tot herstel van dit verzuim. De door [appellant] ingeleverde kandidatenlijst is terecht op grond van artikel I 5, aanhef en onder d, van de Kieswet ongeldig verklaard.
•       De ingediende kandidatenlijst waarop [appellant] niet als kandidaat is vermeld, is geldig verklaard. De wijze waarop deze lijst tot stand is gekomen, valt buiten het toetsingskader van de Kieswet en kan dus geen grond zijn om het besluit van 4 februari 2022 onjuist te achten.
•       Dat een overgelegde instemmingsverklaring niet kan worden ingetrokken doet aan het voorgaande niet af.
•       Dat Van Plateringen als gemachtigde van de politieke groepering op formulier H 3-1 toestemming geeft aan hemzelf als inleveraar van de lijst om de aanduiding boven de lijst te plaatsen, is niet in strijd met de Kieswet.
•       Omdat het besluit van 4 februari 2022 niet onrechtmatig is, bestaat geen grond voor de door [appellant] gevorderde nadeelcompensatie en schadevergoeding.
w.g. Borman
voorzitter
w.g. Nieuwenhuizen
griffier
633