ECLI:NL:RVS:2022:423
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag duurzaam verblijfsrecht gemeenschapsonderdaan door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 9 februari 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die een aanvraag had ingediend voor de afgifte van een document dat zijn duurzaam verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan zou bevestigen. Deze aanvraag werd op 21 januari 2021 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De vreemdeling maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar dit bezwaar werd op 4 mei 2021 ongegrond verklaard. Vervolgens heeft de rechtbank Den Haag op 29 december 2021 het beroep van de vreemdeling tegen deze beslissing ook ongegrond verklaard. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De griffier heeft de vreemdeling op 20 januari 2022 geïnformeerd dat hij griffierecht diende te betalen voor het verzoek om een voorlopige voorziening, met een deadline van 27 januari 2022. Aangezien het griffierecht niet tijdig was betaald, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het verzoek niet-ontvankelijk is. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 9 februari 2022.