202204193/1/V1.
Datum uitspraak: 20 december 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het hoger beroep van:
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 16 juni 2022 in zaken nrs. NL22.6767 en NL22.6770 in het geding tussen:
[vreemdeling 3] en [vreemdeling 2]
en
de staatssecretaris.
Procesverloop
De vreemdelingen hebben afzonderlijk beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van besluiten op de aanvragen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.
Bij uitspraak van 16 juni 2022 heeft de rechtbank die beroepen gegrond verklaard, de staatssecretaris opgedragen binnen twee weken besluiten op de aanvragen te nemen en bepaald dat de staatssecretaris aan de vreemdelingen een dwangsom van € 100,00 verbeurt voor elke dag waarmee hij die termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,00.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. J.P. Heinrich en mr. M.R. Botman, advocaten te Den Haag, hoger beroep ingesteld.
De vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. A. Hol, advocaat te Haarlem, hebben een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Bij afzonderlijke besluiten van 5 juli 2022 heeft de staatssecretaris de aanvragen van de vreemdelingen ingewilligd. In die besluiten heeft hij voorts vastgesteld dat hij de vreemdelingen afzonderlijk een dwangsom is verschuldigd ter hoogte van € 500,00 onder de voorwaarde dat zijn hoger beroep niet slaagt.
De staatssecretaris en de vreemdelingen hebben nadere stukken ingediend.
Overwegingen
1. Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. Het hoger beroep gaat namelijk over een rechtsvraag die eerder door de Afdeling is beantwoord (uitspraak van 30 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3353, onder 5 tot en met 5.9, over artikel 1 van de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND, zoals die luidt sinds 11 juli 2021, en het beginsel van effectieve rechtsbescherming). Het hoger beroep biedt geen reden hierover in dit geval anders te oordelen. 1.1. Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
2. Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris moet de proceskosten vergoeden. Omdat het hoger beroep uitsluitend gericht is tegen de overweging van de rechtbank over de dwangsom wegens het niet tijdig nemen van een besluit, en van eenvoudige aard is, merkt de Afdeling de zaak als "licht" aan en past zij wegingsfactor 0,5 toe.
Besluiten van 5 juli 2022
3. De vreemdelingen hebben aangegeven dat zij zich met de besluiten van 5 juli 2022 kunnen verenigen, maar dat de staatssecretaris die besluiten heeft genomen buiten de door de rechtbank gestelde termijn. Omdat de staatssecretaris de aanvragen van de vreemdelingen heeft ingewilligd en daarbij voorwaardelijk heeft vastgesteld dat hij de vreemdelingen een dwangsom is verschuldigd vanwege het overschrijden van de door de rechtbank gestelde termijn, komen de besluiten geheel aan het beroep tegemoet en is geen beroep van rechtswege als bedoeld in artikel 6:20, derde lid, en artikel 6:24 van de Awb ontstaan waarop de Afdeling nog moet beslissen.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. bevestigt de aangevallen uitspraak;
II. veroordeelt de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tot vergoeding van bij de vreemdelingen in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 379,50, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Aldus vastgesteld door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. E.G. Nuboer, griffier.
w.g. Verheij
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Nuboer
griffier
927