ECLI:NL:RVS:2022:3768

Raad van State

Datum uitspraak
15 december 2022
Publicatiedatum
15 december 2022
Zaaknummer
202103406/1/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep van vreemdeling tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel

Op 15 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd opnieuw afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.C.E. Hoftijzer, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, heeft in een tussenuitspraak van 10 februari 2021 de staatssecretaris in de gelegenheid gesteld om een gebrek in het besluit te herstellen. Na aanvulling van het besluit op 1 en 2 maart 2021 heeft de rechtbank op 29 april 2021 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de rechtsgevolgen daarvan in stand gelaten.

In het hoger beroep heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat de staatssecretaris de homoseksuele geaardheid van de vreemdeling niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. De vreemdeling heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij als gevolg van zijn homoseksuele geaardheid problemen kan verwachten in Oeganda. De Afdeling heeft de motivering van de rechtbank overgenomen en geconcludeerd dat het hoger beroep ongegrond is. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

202103406/1/V2.
Datum uitspraak: 15 december 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de tussenuitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, van 10 februari 2021 en haar uitspraak van 29 april 2021 in zaak nr. NL20.13592 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 15 juni 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.
Bij tussenuitspraak van 10 februari 2021 heeft de rechtbank de staatssecretaris in de gelegenheid gesteld om een aan dat besluit klevend gebrek te herstellen.
Bij brieven van 1 maart 2021 en 2 maart 2021 heeft de staatssecretaris het besluit van 15 juni 2020 aangevuld.
Bij uitspraak van 29 april 2021 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen daarvan in stand blijven.
Tegen deze uitspraken heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.C.E. Hoftijzer, advocaat te Amsterdam, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraken van de rechtbank. De rechtbank is namelijk terecht en op goede gronden tot haar oordeel gekomen dat de staatssecretaris de homoseksuele geaardheid van de vreemdeling niet ten onrechte ongeloofwaardig acht en voldoende heeft gemotiveerd dat de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij als gevolg van een toegedichte homoseksuele geaardheid problemen kan verwachten in Oeganda. De Afdeling neemt deze motivering over.
1.1.    Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S.P.M. Zwinkels, griffier.
w.g. Bijloos
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Zwinkels
griffier
307-987