ECLI:NL:RVS:2022:3610

Raad van State

Datum uitspraak
7 december 2022
Publicatiedatum
7 december 2022
Zaaknummer
202102373/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen weigering wijziging basisregistratie kadaster

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die op 18 februari 2021 het beroep van [appellante] ongegrond verklaarde. [appellante] is sinds 2002 eigenaar van een perceel in Halsteren en heeft een klacht ingediend bij het Kadaster over de zuidoostgrens van haar perceel, die volgens haar niet overeenkomt met de kadastrale grens. De bewaarder van het kadaster heeft het verzoek tot wijziging van de basisregistratie kadaster afgewezen, omdat de bijwerking volgens hem correct was uitgevoerd. De rechtbank heeft deze afwijzing bevestigd, en [appellante] heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 14 november 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de zaak behandeld. De Afdeling oordeelt dat de bewaarder terecht heeft geweigerd de kadastrale grens te wijzigen, omdat er geen verschil is tussen de bijwerking van de basisregistratie en de brondocumenten. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de gegevens in de basisregistratie kadaster overeenstemmen met de brondocumenten. Het hoger beroep van [appellante] is ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak is bevestigd.

Uitspraak

202102373/1/A3.
Datum uitspraak: 7 december 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], wonend te [woonplaats],
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland­-West-­Brabant van 18 februari 2021 in zaak nr. 19/4700 in het geding tussen:
[appellante]
en
de bewaarder van het kadaster en de openbare registers.
Procesverloop
Bij besluit van 28 mei 2019 heeft de bewaarder geweigerd om een gegeven in de basisregistratie kadaster te wijzigen.
Bij besluit van 1 augustus 2019 heeft de bewaarder het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 18 februari 2021 heeft de rechtbank het door [appellante] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld.
De bewaarder heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 14 november 2022, waar [appellante], bijgestaan door mr. M.R.A. Arntz, rechtsbijstandverlener, en de bewaarder, vertegenwoordigd door mr. I.J. Tromp, zijn verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1.       [appellante] is sinds 2002 eigenaar van het perceel plaatselijk bekend [locatie] Halsteren, kadastraal aangeduid als gemeente Halsteren, sectie C, nummers 3508, 5038, 5043, 5160, 5161, 6453, 7810, 7811 en 7812. Woningcorporatie Stadlander is eigenaar van het aan de oostkant daarvan grenzende perceel. Tussen de percelen staat een bankje van de gemeente en daarachter bevindt zich een strook grond waarop bomen stonden. Op 3 januari 2019 heeft een grensreconstructie plaatsgevonden op verzoek van Stadlander. Volgens [appellante] blijkt uit de reconstructie dat de kadastrale grens niet overeenkomt met de gebruikersgrens. Zij heeft bij brief van 9 april 2019 een klacht ingediend bij het Kadaster over de zuidoostgrens van perceel 7811. De bewaarder heeft deze brief opgevat als een verzoek tot herstel in de zin van artikel 7t van de Kadasterwet. De bewaarder heeft het verzoek afgewezen omdat de bijwerking van de basisregistratie kadaster heeft plaatsgevonden overeenkomstig het resultaat, zoals vermeld in de kennisgeving. Er is volgens de bewaarder geen fout gemaakt bij de bijwerking van de basisregistratie kadaster.
Aangevallen uitspraak
2.       De rechtbank heeft overwogen dat de gegevens in de basisregistratie kadaster overeenstemmen met de gegevens in de brondocumenten. De bewaarder heeft gecontroleerd of de grenzen die op de kadastrale kaart zijn weergegeven, overeenstemmen met de grenzen die zijn weergeven in de relazen van bevindingen waarbij de grenzen van perceel 7811 zijn ontstaan. Uit dit onderzoek is gebleken dat de kadastrale grenzen juist op de kadastrale kaart staan afgebeeld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Hoger beroep
3.       [appellante] betoogt dat de kadastrale grens niet overeenkomt met de gebruikersgrens. Volgens haar is de zuidoostgrens van perceel 7811 te veel naar links weergegeven. Zij stelt dat de zuidoostgrens ligt aan de rechterkant van het bankje van de gemeente en de strook grond met bomen, en niet in het verlengde van de erfgrens van het perceel Dorpsstraat 158 aan de overkant van de straat. Zij leidt dit af uit de aanwijs die is opgenomen in een relaas van bevindingen uit 1996, met archiefnummer 2125. Volgens [appellante] kon de toenmalige eigenaar van het perceel destijds niet weten dat de zuidoostgrens van perceel 7811 op de aanwijs alleen schetsmatig was weergegeven.
Wettelijk kader
3.1.    Artikel 7t, eerste lid, van de Kadasterwet luidt: "Indien een belanghebbende gerede twijfel heeft omtrent de juistheid van een in de basisregistratie kadaster opgenomen gegeven dat krachtens deze wet als authentiek is aangemerkt, […], kan die belanghebbende onder opgaaf van redenen aan de Dienst een verzoek tot herstel van dat gegeven in de basisregistratie kadaster doen. […]."
Beoordeling
3.2.    Op grond van artikel 7t, eerste lid, van de Kadasterwet is de bewaarder bevoegd om op verzoek van een belanghebbende een in de basisregistratie kadaster opgenomen gegeven te herstellen. Dat doet de bewaarder op basis van brondocumenten. Zoals volgt uit bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 2 juni 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1174, onder 6, kan uit de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 7t, eerste lid (Kamerstukken II 2005/06, 30 544, nr. 3, blz. 18 en 20) worden afgeleid dat met deze bepaling is beoogd een regeling te bieden voor het op verzoek herstellen van misslagen in de basisregistratie kadaster. Een verzoek tot herstel kan gericht zijn tegen het feit dat de bijwerking zelf onjuist of onvolledig is geschied omdat de bijwerking niet heeft plaatsgevonden overeenkomstig het resultaat als vermeld in de kennisgeving. Het verzoek kan niet gericht zijn tegen het resultaat van de bijwerking. De rechtbank heeft hierom terecht overwogen dat het verzoek om herstel kan worden ingewilligd als er een verschil is tussen de bijwerking van de basisregistratie kadaster en de daaraan ten grondslag liggende brondocumenten. Als er daartussen geen verschil is, maar een belanghebbende het niet eens is met het resultaat van de bijwerking, kan een verzoek om herstel niet worden ingewilligd.
3.3.    De brondocumenten in deze zaak betreffen het relaas van bevindingen uit 1973 met archiefnummer 1098 en het relaas van bevindingen uit 1996 met archiefnummer 2125, de daarin opgenomen aanwijs en daarbij behorende hulpkaart met archiefnummer 1112. Ook de grensreconstructie van 2019 met archiefnummer 2694 is een brondocument. De bewaarder heeft onderzocht of de gegevens in deze brondocumenten overeenkomen met wat in de basisregistratie kadaster is vermeld. De stukken met archiefnummers 1098 en 1112 komen met elkaar overeen en met wat is opgenomen in de basisregistratie kadaster. De zuidoostgrens bevindt zich in die de stukken links van het bankje van de gemeente, in het verlengde van de erfgrens van perceel Dorpsstraat 158 aan de overkant van de straat. Ook in de grensreconstructie van 2019 met archiefnummer 2694 is de zuidoostgrens van perceel 7811 op die manier weergegeven. De bewaarder heeft toegelicht dat op de aanwijs die in het relaas van bevindingen uit 1996 met archiefnummer 2125 is opgenomen, de zuidoostgrens van perceel 7811 schetsmatig door middel van een grijze potloodlijn is weergegeven. In die aanwijs gaat het alleen om een grens die met een rode lijn is ingetekend. De overige gegevens van wat op de aanwijs is opgenomen, zijn schetsmatig ingetekend; de bewaarder heeft dit later op kantoor uitgewerkt aan de hand van de exacte meetgegevens. De hulpkaart met archiefnummer 1112 bevat daarvan de weergave. De zuidoostgrens van perceel 7811 ligt dichter bij de woning van [appellante] dan op de aanwijs schetsmatig is getekend.
3.4.    De rechtbank heeft terecht overwogen dat belanghebbenden naar aanleiding van de vorming van percelen en het bijwerken van de kadastrale registratie door middel van een kennisgeving van de bijwerking, op de hoogte gesteld worden. Daar kunnen zij bezwaar tegen maken. De destijds betrokken partijen hebben een afschrift inclusief tekening ontvangen en daartegen geen bezwaar gemaakt. Daarom moet ervan worden uitgegaan dat de zuidoostgrens van perceel 7811, zoals opgenomen in de brondocumenten met archiefnummers 1098, 1112 en 2694, juist is. De rechtbank heeft terecht overwogen dat als [appellante] het niet eens is met het resultaat van de bijwerking, zij zich tot de burgerlijke rechter kan wenden. Op de zitting van de Afdeling is gebleken dat [appellante] dat ook heeft gedaan, de civiele kamer van de rechtbank inmiddels vonnis heeft gewezen en [appellante] daartegen hoger beroep heeft ingesteld.
3.5.    De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat geen sprake is van een misslag. De bewaarder heeft terecht geweigerd om de zuidoostgrens van perceel 7811 in de basisregistratie kadaster te wijzigen.
3.6.    Het betoog slaagt niet.
Slotsom
4.       Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
5.       De bewaarder hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M.E.A. Neuwahl, griffier.
w.g. Bijloos
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Neuwahl
griffier
280-990