ECLI:NL:RVS:2022:3289
Raad van State
- Hoger beroep
- E. Steendijk
- B. Meijer
- M. Soffers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de beslissing van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de bewaring van een vreemdeling
Op 26 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een vreemdeling in bewaring gesteld. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, heeft op 13 september 2022 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard, de opheffing van de maatregel van bewaring bevolen en schadevergoeding toegekend. De staatssecretaris heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. G.A. Dorsman, heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep ongegrond verklaard. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de vreemdeling niet binnen 24 uur naar een gespecialiseerde inrichting kon worden overgebracht. De gestelde onmogelijkheid om de vreemdeling in het weekend over te brengen, werd niet als bijzondere omstandigheid erkend die meerdaagse detentie in een politiecel rechtvaardigt.
De Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank en veroordeelt de staatssecretaris tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 759,00 zijn vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. E. Steendijk, voorzitter, en mr. B. Meijer en mr. M. Soffers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H. Vonk, griffier.