ECLI:NL:RVS:2022:3285

Raad van State

Datum uitspraak
11 november 2022
Publicatiedatum
15 november 2022
Zaaknummer
202100454/2/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verschoning
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verschoning van staatsraad Daalder in bestuursrechtelijke zaak

In de zaak met nummer 202100454/1/A3, die op 15 november 2022 op zitting zou worden behandeld, heeft staatsraad E.J. Daalder, voorzitter van de meervoudige kamer, op 11 november 2022 een verzoek ingediend om zich te mogen verschonen. Dit verzoek is gedaan in het kader van artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt voor rechters om zich te verschonen op basis van feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid zouden kunnen schaden. Daalder heeft aangegeven dat hij recentelijk heeft ontdekt dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in deze zaak vertegenwoordigd zal worden door mr. N.N. Bontje, een oud-medewerker van hem met wie hij samen publicaties over de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) heeft geschreven. Om elke schijn van vooringenomenheid te vermijden, heeft hij om verschoning verzocht. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek van Daalder inwilligd, gezien de motivering die hij heeft gegeven. De beslissing is op 11 november 2022 openbaar uitgesproken, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak de verzoeker in zijn verzoek heeft gesteund.

Uitspraak

202100454/2/A3.
Datum beslissing: 11 november 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op het verzoek om verschoning (ex artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: Awb) van:
mr. E.J. Daalder
Procesverloop
Ten aanzien van zaak nr. 202100454/1/A3, die op 15 november 2022 op zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad Daalder, die als voorzitter van de meervoudige kamer belast is met de behandeling van deze zaak, op 11 november 2022 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.
Overwegingen
1.       Ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Awb kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen.
In artikel 8:15 is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.       De zaak met nr. 202100454/1/A3 die op zitting zal worden behandeld, heeft betrekking op een besluit dat is genomen naar aanleiding van een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: de Wob).
Staatsraad Daalder heeft te kennen gegeven dat bij de voorbereiding van deze zaak eerst onlangs is gebleken dat verweerder in deze zaak, de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zal worden vertegenwoordigd door mr. N.N. Bontje, advocaat in Den Haag. Staatsraad Daalder heeft aangegeven dat mr. Bontje een oud-medewerker van hem is en dat hij samen met haar een aantal publicaties over de Wob heeft geschreven. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van het hoger beroep te voorkomen, verzoekt hij om verschoning.
3.       De Afdeling acht, gezien deze motivering, inwilliging van het verzoek gerechtvaardigd.
4.       Gelet op het vorenstaande, wordt het verzoek toegewezen.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, voorzitter, en mr. C.M. Wissels en mr. A. ten Veen, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.D.T. Pieters, griffier.
w.g. Drop
voorzitter
w.g. Pieters
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 11 november 2022