ECLI:NL:RVS:2022:3281
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 15 november 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, genomen op 9 september 2022, hield in dat de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel werd opgelegd. De rechtbank Den Haag had op 7 oktober 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.H.K. van Middelkoop, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de vreemdeling in het Engels kon worden gehoord, en de Afdeling nam de motivering van de rechtbank over. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard, en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
Deze uitspraak is van belang voor de rechtsontwikkeling en rechtsbescherming, maar bevat geen vragen die in het algemeen belang beantwoord moeten worden. De beslissing van de Raad van State bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarmee de vreemdeling in zijn verzoek om schadevergoeding niet in het gelijk werd gesteld.