ECLI:NL:RVS:2022:3129
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende verblijfsrecht en uitzetting
Op 2 november 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een besluit ontvangen van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin werd vastgesteld dat zij geen verblijfsrecht meer had als gemeenschapsonderdaan in Nederland. Dit besluit was genomen op 9 juli 2020 en de aanvraag tot wijziging van haar verblijfsvergunning was afgewezen. De vreemdeling had hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit was door de staatssecretaris ongegrond verklaard. De rechtbank Den Haag had op 31 augustus 2022 de beroepen van de vreemdeling tegen eerdere besluiten van de staatssecretaris ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep had ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft de belangen van de vreemdeling in overweging genomen en besloten dat zij niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in totaal € 759,00 bedragen, en moet de staatssecretaris het griffierecht van € 274,00 vergoeden. Deze beslissing is genomen om de vreemdeling te beschermen tegen mogelijke uitzetting terwijl haar hoger beroep nog loopt.