ECLI:NL:RVS:2022:3116
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak betreffende niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning
Op 31 oktober 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 27 september 2022 niet in behandeling was genomen. De rechtbank Den Haag had op 21 oktober 2022 het beroep van de vreemdeling tegen deze beslissing ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling vroeg de voorzieningenrechter om de voorgenomen beëindiging van zijn opvang, die op 31 oktober 2022 zou plaatsvinden, achterwege te laten. De voorzieningenrechter oordeelde dat de noodzakelijke stukken voor de beoordeling van het hoger beroep nog niet waren ontvangen en besloot daarom bij wijze van ordemaatregel een voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de beëindiging van de opvang voorlopig niet door kan gaan totdat de stukken zijn ontvangen en er een definitieve beslissing is genomen.
Daarnaast werd de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdeling had gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek, tot een bedrag van € 759,00, dat geheel toe te rekenen is aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. J.Th. Drop, in tegenwoordigheid van mr. E.L. Iedema als griffier.