ECLI:NL:RVS:2022:3114
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 31 oktober 2022 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had op 18 augustus 2022 een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd aan de vreemdeling. De rechtbank Den Haag had op 30 september 2022 het beroep van de vreemdeling tegen dit besluit ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.H.K. van Middelkoop, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van het hoger beroep op 7 oktober 2022 eindigde. Het hogerberoepschrift is echter pas na deze datum ontvangen. De vreemdeling heeft geen redenen aangevoerd waarom het hoger beroep toch in behandeling zou moeten worden genomen. Hierdoor heeft de Raad van State geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. De staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. M.T. Annen, griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 31 oktober 2022.