ECLI:NL:RVS:2022:3113
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 31 oktober 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvraag was op 15 december 2021 afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 24 maart 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M. Gavami, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State heeft in zijn uitspraak de rechtsvraag over de beoordeling van opvolgende asielaanvragen behandeld. De Afdeling oordeelde dat de grief van de vreemdeling slaagde, wat betekent dat het hoger beroep gegrond werd verklaard. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep van de vreemdeling werd gegrond verklaard. Dit houdt in dat het besluit van de staatssecretaris van 15 december 2021 werd vernietigd.
De staatssecretaris is verplicht om opnieuw een besluit te nemen op de aanvraag van de vreemdeling, waarbij rekening gehouden moet worden met de feiten en omstandigheden die op dat moment gelden. De Raad van State heeft ook bepaald dat de staatssecretaris de proceskosten van de vreemdeling moet vergoeden, tot een bedrag van € 2.277,00, dat geheel toe te rekenen is aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.