ECLI:NL:RVS:2022:3050
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen overplaatsing vreemdeling naar Handhavings- en Toezichtlocatie
Op 21 oktober 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling was op 29 juni 2022 door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) overgeplaatst naar de Handhavings- en Toezichtlocatie te Hoogeveen. De rechtbank had op 11 augustus 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.J. Schenkman, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De reden hiervoor was dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. De rechtbank had terecht vastgesteld dat de vreemdeling met een mes had uitgehaald naar een onbekende bezoeker, wat door het COa als een incident met 'zeer grote impact' werd aangemerkt. Dit gedrag rechtvaardigde de overplaatsing naar de Handhavings- en Toezichtlocatie.
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het COa geen proceskosten hoefde te vergoeden. De beslissing werd vastgesteld door mr. J.M. Willems, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier.