ECLI:NL:RVS:2022:2976
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvraag en afwijzing heroverweging
Op 17 oktober 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had op 1 juli 2021 de aanvraag van de vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard en een verzoek om heroverweging van een eerder besluit van 8 maart 2018 afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 27 juli 2021 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard.
De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. W. Boelens, heeft hoger beroep ingesteld. De Raad van State heeft de rechtsvraag over de beoordeling van opvolgende asielaanvragen, die voortkomen uit eerder ongeloofwaardig geachte verklaringen, onderzocht. De Raad heeft geoordeeld dat de grieven van de vreemdeling slagen en dat het hoger beroep gegrond is. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd en het besluit van de staatssecretaris van 1 juli 2021 is eveneens vernietigd.
De staatssecretaris is verplicht om opnieuw een besluit te nemen op de aanvraag en het verzoek om heroverweging, rekening houdend met de feiten en omstandigheden die op dat moment gelden. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn vastgesteld op € 2.277,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.