ECLI:NL:RVS:2022:2948
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening en bevestiging uitspraak rechtbank in asielzaak
Op 12 augustus 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard. De vreemdeling werd opgedragen zich onmiddellijk naar Cyprus te begeven. Tegen deze beslissing heeft de vreemdeling op 3 oktober 2022 beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-Hertogenbosch. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. Hierop heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. P.L.M. Stieger, hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 13 oktober 2022 uitspraak gedaan. Het hoger beroep leidde niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, omdat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De beslissing werd vastgesteld door mr. H.J.M. Baldinger, de voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.T. Annen, de griffier. De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de wetgeving in asielzaken en de beperkte ruimte voor hoger beroep in dit specifieke geval.