ECLI:NL:RVS:2022:2913
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake correctie adresgegevens in basisregistratie personen door college van burgemeester en wethouders van Utrecht
Op 6 oktober 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen het college van burgemeester en wethouders van Utrecht en een wederpartij die verzocht om correctie van zijn adresgegevens in de basisregistratie personen (brp). Het college had eerder, op 28 augustus 2020, het verzoek van de wederpartij afgewezen. Na een ongegrond verklaard bezwaar op 30 september 2021, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 6 mei 2022 het beroep van de wederpartij gegrond verklaard en het besluit van het college vernietigd. Hierop heeft het college hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat het in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep geen gevolg hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank.
Tijdens de openbare zitting op 6 oktober 2022, waar de voorzieningenrechter en griffier aanwezig waren, is het belang van het college besproken. Het college stelde dat het voorkomen van een wijziging in de brp bij een geslaagd hoger beroep van groot belang is, omdat dit de betrouwbaarheid van de brp zou kunnen schaden. De wederpartij daarentegen gaf aan dat hij al jarenlang stress ervaart door de situatie en dat onmiddellijke uitvoering van de rechtbankuitspraak voor hem verlichting zou betekenen.
De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk besloten om de aangevallen uitspraak te schorsen totdat er op het hoger beroep is beslist. Hij oordeelde dat het belang van het college om de bestaande registratie te handhaven zwaarder weegt dan het door de wederpartij ervaren nadeel van de vertraging. De voorzieningenrechter zag geen reden om aan te nemen dat het college de toekomstige uitspraak in hoger beroep niet zou naleven.