ECLI:NL:RVS:2022:2890

Raad van State

Datum uitspraak
29 september 2022
Publicatiedatum
7 oktober 2022
Zaaknummer
202204900/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit gemeenteraad Aalten inzake bestemmingsplan en omgevingsvergunningen

In deze zaak heeft de Stichting Natuur en Milieu Aalten beroep ingesteld tegen verschillende besluiten van de raad van de gemeente Aalten, genomen op 19 april 2022 en 6 juli 2022. Het betreft onder andere het vaststellen van het bestemmingsplan "Kern Aalten, uitbreiding bedrijventerrein 't Broek 2022" en het verlenen van omgevingsvergunningen voor het kappen van begroeiingen en bomen, alsook voor de nieuwbouw van een opslagruimte en een logistiek centrum. De Stichting verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij van mening was dat er sprake was van een spoedeisend belang.

De mondelinge zitting vond plaats op 29 september 2022, waar de voorzieningenrechter, Staatsraad mr. H.C.P. Venema, de zaak behandelde. De raad en het college van burgemeester en wethouders van Aalten waren vertegenwoordigd door G.H. Scheffer en M. Oldenboom. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Hij oordeelde dat er geen spoedeisend belang aanwezig was dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigde. De raad en het college gaven aan dat de gronden waarop de plannen betrekking hebben nog in eigendom zijn van de gemeente en dat er geen onomkeerbare activiteiten zullen plaatsvinden totdat de hoofdzaak is behandeld en de besluiten onherroepelijk zijn.

De voorzieningenrechter concludeerde dat, gezien de omstandigheden, het verzoek van de Stichting niet kon worden toegewezen. De uitspraak benadrukt het belang van de eigendomsstatus van de gronden en de voorwaarden waaronder de initiatiefnemers kunnen beginnen met de uitvoering van de plannen.

Uitspraak

202204900/2/R4.
Datum uitspraak: 29 september 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
Stichting Natuur en Milieu Aalten (hierna: de Stichting), gevestigd te Aalten,
verzoekster,
en
1.       de raad van de gemeente Aalten,
2.       het college van burgemeester en wethouders van Aalten,
verweerders.
Openbare zitting gehouden op 29 september 2022 om 10:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. H.C.P. Venema, voorzieningenrechter
griffier: mr. M.M. van Es
Verschenen:
De Stichting, vertegenwoordigd door [gemachtigde A];
De raad en het college, vertegenwoordigd door G.H. Scheffer en M. Oldenboom;
[partij A], vertegenwoordigd door [gemachtigde B], bijgestaan door mr. P.J. van der Woerd, advocaat te Amsterdam.
====================================
Het beroep richt zich tegen:
- het besluit van de raad van 19 april 2022, waarbij het bestemmingsplan "Kern Aalten, uitbreiding bedrijventerrein 't Broek 2022" is vastgesteld;
- het besluit van de raad van 19 april 2022, om een gedeelte van de Vierde Broekdijk te Aalten aan het openbaar verkeer te onttrekken;
- het besluit van 6 juli 2022, waarbij het college een omgevingsvergunning heeft verleend voor het kappen van begroeiingen en bomen aan de [locatie 1] en [locatie 2] te Aalten, WA-21-0272;
- het besluit van 6 juli 2022, waarbij het college een omgevingsvergunning heeft verleend voor de nieuwbouw van een opslagruimte aan de [locatie 3] te Aalten, WA-21-0250;
- het besluit van 6 juli 2022, waarbij het college een omgevingsvergunning heeft verleend voor de nieuwbouw van een logistiek centrum aan de Vierde Broekdijk te Aalten, WA-21-0251.
Deze besluiten zijn gecoördineerd voorbereid en bekendgemaakt met toepassing van artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening.
De Stichting heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
De voorzieningenrechter acht geen spoedeisend belang aanwezig dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt. Daartoe overweegt hij het volgende.
De raad en het college hebben vermeld dat de gronden waarop het plan en de omgevingsvergunningen zien nog in eigendom zijn van de gemeente. Voordat de initiatiefnemers [partij A] en [partij B], die ook vergunninghouders zijn, op die gronden kunnen bouwen of kappen, is dus vereist dat die gronden door middel van verschillende grondtransacties door de gemeente worden overgedragen aan initiatiefnemers. Daarbij is tussen de gemeente en initiatiefnemers overeengekomen dat de grondtransacties pas zullen plaatsvinden als het bestemmingsplan en de omgevingsvergunningen onherroepelijk zijn, aldus de raad en het college.
Gebleken is dat een deel van de gronden waarop de omgevingsvergunningen zien, niet in eigendom is van de gemeente. De raad en het college hebben echter ter zitting verklaard dat de overeenkomst tussen de gemeente en de initiatiefnemers zo moet worden begrepen dat door initiatiefnemers of de gemeente in het geheel geen onomkeerbare activiteiten zullen worden verricht totdat de Afdeling in de hoofdzaak uitspraak heeft gedaan en het plan en de omgevingsvergunningen in rechte onaantastbaar zijn. Eerst dan zullen de in het plangebied begrepen gronden, die wel in eigendom zijn van de gemeente, worden overgedragen aan de initiatiefnemers.
Gelet hierop is naar het oordeel van de voorzieningenrechter met het verzoek geen spoedeisend belang gemoeid dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt.
w.g. Venema
voorzieningenrechter
w.g. Van Es
griffier
826