ECLI:NL:RVS:2022:2832
Raad van State
- Hoger beroep
- A.W.M. Bijloos
- L.M. Klinkhamer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank in asielaanvraag
Op 29 december 2021 heeft de vreemdeling beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, heeft op 2 mei 2022 het beroep van de vreemdeling niet-ontvankelijk verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D.W.M. van Erp, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 30 september 2022 uitspraak gedaan. Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, omdat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet slaagt.
De Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geen proceskosten hoeft te vergoeden. De beslissing is genomen door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Klinkhamer, griffier.