ECLI:NL:RVS:2022:2804
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 28 september 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris op 15 november 2021 was ingewilligd. Echter, de rechtbank Den Haag had op 15 augustus 2022 het beroep van de vreemdeling tegen een eerdere uitspraak ongegrond verklaard. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist en om opvang en verstrekkingen te ontvangen.
De voorzieningenrechter heeft de belangen van zowel de vreemdeling als de staatssecretaris in overweging genomen. Ondanks de ingediende verzoeken, heeft de voorzieningenrechter besloten om geen voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek van de vreemdeling is afgewezen, en de staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. Deze uitspraak benadrukt de zorgvuldigheid waarmee de voorzieningenrechter omgaat met verzoeken om voorlopige voorzieningen in het bestuursrecht, vooral in zaken die betrekking hebben op vreemdelingenrecht.