ECLI:NL:RVS:2022:2794

Raad van State

Datum uitspraak
27 september 2022
Publicatiedatum
27 september 2022
Zaaknummer
202204794/1/V2 en 202204794/2/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
  • N. Verheij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een verzoek om een verblijfsvergunning asiel en voorlopige voorziening

Op 12 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 8 augustus 2022 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.H.K. van Middelkoop, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De staatssecretaris heeft in het hoger beroep laten weten dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken en dat er geen contact meer is met de gemachtigde van de vreemdeling. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State concludeert hieruit dat de vreemdeling geen belang meer heeft bij een beoordeling van het hoger beroep.

Daarom verklaart de voorzieningenrechter het hoger beroep niet-ontvankelijk en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M. van Wezep, griffier.

Uitspraak

202204794/1/V2 en 202204794/2/V2.
Datum uitspraak: 27 september 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) en, met toepassing van artikel 92 van de Vw 2000, op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 8 augustus 2022 in zaak nr. NL22.13503 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 12 juli 2022 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij uitspraak van 8 augustus 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.H.K. van Middelkoop, advocaat te Haarlem, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De staatssecretaris heeft een nader stuk ingediend.
Overwegingen
1.       De staatssecretaris heeft de Afdeling laten weten dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken. De gemachtigde van de vreemdeling heeft niet laten weten dat zij nog contact met hem heeft. Daaruit leidt de Afdeling af dat de vreemdeling niet langer bescherming zoekt. Daarom heeft de vreemdeling geen belang bij een beoordeling van het hoger beroep.
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt daarom afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
II.       wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. N. Verheij, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M. van Wezep, griffier.
w.g. Verheij
voorzieningenrechter
w.g. Van Wezep
griffier
844