202201875/1/A2.
Datum uitspraak: 21 september 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 18 maart 2022 in zaak nr. 21/3145 in het geding tussen:
[appellante]
en
de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven (hierna: de CSG).
Procesverloop
Bij besluit van 15 februari 2021 heeft de CSG aan [appellante] een uitkering uit het schadefonds geweldsmisdrijven (hierna: het schadefonds) van € 5.000,00 uitgekeerd.
Bij besluit van 2 juni 2021 heeft de CSG het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 18 maart 2022 heeft de rechtbank het door [appellante] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld.
De CSG heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
[appellante] heeft een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft [appellante] verzocht inlichtingen te geven.
[appellante] heeft een reactie ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 september 2022, waar de CSG, vertegenwoordigd door mr. A.S.R. Bisesser-Chigharoe, is verschenen.
Overwegingen
1. De toepasselijke regelgeving is opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak. De bijlage maakt deel uit van deze uitspraak.
aanvraag
2. Bij brief van 27 juli 2020 heeft [appellante] bij de CSG een aanvraag ingediend om een uitkering uit het schadefonds. Zij heeft in die brief gesteld dat zij in de jaren 2011 tot en met 2014 dagelijks is geschopt en geslagen door haar toenmalige partner, dat zij in die periode tevens door haar toenmalige partner is verkracht en dat zij als gevolg van de mishandelingen en verkrachtingen lichamelijk en psychisch letsel heeft opgelopen.
standpunt van de CSG
3. Aan het besluit van 15 februari 2021 heeft de CSG ten grondslag gelegd dat [appellante] stelselmatig huiselijk geweld heeft ondervonden, dat daarbij bovendien sprake was van seksueel geweld en dat een uitkering in letselcategorie 3 van de Letsellijst Schadefonds Geweldsmisdrijven (hierna: de Letsellijst) daarvoor passend is. In het besluit van 2 juni 2021 is daaraan het volgende toegevoegd. Volgens de Letsellijst wordt bij stelselmatig huiselijk geweld, waarbij over een langere periode sprake is van frequent fysiek geweld of bedreigingen met geweld, een uitkering in letselcategorie 2 toegekend. [appellante] heeft een uitkering in letselcategorie 3 ontvangen, omdat in haar situatie niet alleen sprake was van frequent fysiek geweld en bedreigingen met geweld, maar ook van seksueel geweld binnen de relatie. Om in aanmerking te komen voor een uitkering in een hogere letselcategorie is vereist dat [appellante], met behulp van medische informatie, aantoont dat het letsel ernstiger is dan passend bij letselcategorie 3. Uit de van haar ontvangen medische informatie is gebleken dat de diagnose is uitgesteld en dat zij is doorverwezen voor verdere behandeling. Zodra de behandeling is opgestart en [appellante] over nieuwe medische informatie beschikt, kan zij een aanvullende aanvraag indienen. Aan de hand van deze nieuwe informatie zal de CSG beoordelen of het letsel ernstiger is dan waarmee bij de beslissing op bezwaar rekening is gehouden, aldus de CSG.
hoger beroep
4. [appellante] betoogt in hoger beroep dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de CSG zich redelijkerwijs niet op het standpunt heeft kunnen stellen dat toekenning van een uitkering in letselcategorie 3 in haar geval passend is. Zij voert aan dat zij gedurende een langere periode stelselmatig is verkracht, dat hiervan aangifte bij de politie is gedaan, dat dit is vastgelegd in processen-verbaal van de politie en dat ook de CSG in de besluitvorming is uitgegaan van de inhoud van die processen-verbaal.
4.1. Bij het beoordelen van een aanvraag om een uitkering uit het schadefonds hanteert de CSG beleid. Dit beleid is onder meer neergelegd in de Letsellijst en te raadplegen op de website van de CSG (www.schadefonds.nl). In de hier toepasselijke Letsellijst van 1 juli 2019 is onderscheid gemaakt tussen fysiek letsel (hoofdstuk 1) en psychisch letsel (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 2 is een opsomming gegeven van geweldsmisdrijven, waarbij zonder medische informatie wordt voorondersteld dat de misdrijven tot psychisch letsel hebben geleid, waarbij als uitgangspunt geldt dat hoe ernstiger de misdrijven, hoe hoger de letselcategorie (en de bijbehorende uitkering.
4.2. [appellante] heeft in het beroepschrift van 10 juni 2021 gesteld dat uit het proces-verbaal van aangifte blijkt dat het in haar geval gaat om herhaalde verkrachtingen - onder meer bestaande uit orale seks tegen de wil van het slachtoffer - over een lange periode. Uit het proces-verbaal van de zitting van 15 februari 2022 valt af te leiden dat de rechtbank [appellante] heeft voorgehouden dat hierover in het proces-verbaal van aangifte van 27 juli 2015 niets is vermeld, dat [appellante] in reactie daarop te kennen heeft gegeven dat in een ander proces-verbaal melding wel degelijk is gemaakt van orale seks onder bedreiging, dat [appellante] dit andere proces-verbaal vervolgens aan de rechtbank heeft getoond en dat de rechtbank heeft vastgesteld dat dit zich niet in het dossier bevindt.
4.3. Bij de van de rechtbank ontvangen gedingstukken bevindt zich geen ander proces-verbaal dan het proces-verbaal van aangifte van 27 juli 2015. Uit dit proces-verbaal blijkt dat [appellante] op die dag aangifte heeft gedaan van mishandelingen in de periode tussen 7 november 2011 en 4 november 2014. In dit proces-verbaal is geen melding gemaakt van verkrachting.
4.4. Bij brief van 19 augustus 2022 heeft de Afdeling [appellante] in de gelegenheid gesteld om het op de zitting van de rechtbank getoonde proces-verbaal alsnog over te leggen. Bij brief van 23 augustus 2022 heeft [appellante] een proces-verbaal van verhoor van 7 augustus 2015 overgelegd. In dit proces-verbaal is op bladzijde 5 melding gemaakt van orale seks onder bedreiging gedurende de relatie met haar toenmalige partner.
4.5. Op de zitting van de Afdeling heeft de CSG medegedeeld dat zij vóór het nemen van het besluit van 15 februari 2021 kennis had genomen van het proces-verbaal van verhoor van 7 augustus 2015.
4.6. In haar besluiten heeft de CSG aanleiding gezien om de door [appellante] gestelde gebeurtenissen te kwalificeren als stelselmatig huiselijk geweld. [appellante] heeft van de CSG een uitkering in letselcategorie 3 ontvangen, omdat in haar situatie niet alleen sprake was van frequent fysiek geweld en bedreigingen met geweld, maar ook van seksueel geweld binnen de relatie. Zonder nadere motivering, die vooralsnog ontbreekt, valt echter niet in te zien waarom de gestelde gebeurtenissen niet tevens zijn te kwalificeren als zedenmisdrijf, als bedoeld in de Letsellijst. Uit de Letsellijst blijkt dat een zedenmisdrijf onder bepaalde omstandigheden in letselcategorie 4 of zelfs in letselcategorie 5 kan vallen. Uit de motivering van de besluiten van de CSG valt niet af te leiden dat deze omstandigheden zich in dit geval niet voordoen.
5. De conclusie is dat de CSG onvoldoende draagkrachtig heeft gemotiveerd dat het toekennen van een uitkering in letselcategorie 3 in dit geval passend is. Het betoog slaagt.
slotsom
6. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak wordt vernietigd.
7. Doende wat de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het door [appellante] tegen het besluit van 2 juni 2021 ingestelde beroep gegrond verklaren en dat besluit wegens schending van artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) vernietigen.
De Afdeling kan nu niet komen tot een definitieve beslechting van het geschil. Dat betekent dat de CSG, met inachtneming van de overwegingen van de uitspraak van de Afdeling, een nieuw besluit op het door [appellante] tegen het besluit van 15 februari 2021 gemaakte bezwaar moet nemen.
8. Met het oog op een efficiënte afdoening van het geschil ziet de Afdeling aanleiding om met toepassing van artikel 8:113, tweede lid, van de Awb te bepalen dat tegen het nieuwe besluit alleen bij haar beroep kan worden ingesteld.
proceskosten
9. De CSG moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 18 maart 2022 in zaak nr. 21/3145;
III. verklaart het beroep tegen het besluit van de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven van 2 juni 2021 gegrond;
IV. vernietigt dat besluit;
V. bepaalt dat tegen het te nemen nieuwe besluit alleen bij de Afdeling beroep kan worden ingesteld;
VI. veroordeelt de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven tot vergoeding van bij [appellante] in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 2.277,00, geheel toe te rekenen aan kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
VII. gelast dat de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven aan [appellante] het door haar voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 455,00 vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. A. ten Veen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.J.R. Hazen, griffier.
w.g. Ten Veen
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Hazen
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 21 september 2022
452
BIJLAGE
Wet schadefonds geweldsmisdrijven
Artikel 3
1. Uitkering kan worden gedaan
a. aan een ieder die ten gevolge van een in Nederland opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf ernstig lichamelijk of geestelijk letsel heeft bekomen;
[…].
Letsellijst schadefonds geweldsmisdrijven van 1 juli 2019
2A. Vooronderstellen van ernstig psychisch letsel op basis van het geweldsmisdrijf.
Letselcategorie 1
- Zedenmisdrijf zonder seksueel binnendringen, eenmalig of enkele keren gebeurd. Bijvoorbeeld onzedelijk betasten met enig geweld.
Letselcategorie 2
- Zedenmisdrijf zonder seksueel binnendringen, naar de aard (en gevolgen) ernstiger dan categorie 1. Bijvoorbeeld met geweld of gepleegd door een ouder persoon bij een zeer jeugdig slachtoffer (jonger dan 12 jaar).
- Huiselijk geweld, waarbij over een langere periode sprake is van frequent fysiek geweld of bedreigingen met geweld (hierna: stelselmatig huiselijk geweld).
Letselcategorie 3
- Zedenmisdrijf zonder seksueel binnendringen, onder verzwarende omstandigheden. Bijvoorbeeld met ernstig fysiek geweld, of gedurende een langere periode stelselmatig gebeurd.
- Zedenmisdrijf met seksueel binnendringen, eenmalig of enkele keren gebeurd. Bijvoorbeeld met geweld of gepleegd door een ouder persoon bij een zeer jeugdig slachtoffer (jonger dan 12 jaar).
- Stelselmatig huiselijk geweld naar de aard en gevolgen ernstiger dan categorie 2. Bijvoorbeeld met ernstig geweld, seksueel geweld, zeer lange duur of hoge frequentie.
Letselcategorie 4
- Zedenmisdrijf met seksueel binnendringen, naar de aard en gevolgen ernstiger dan categorie 3. Bijvoorbeeld met ernstig geweld of gedurende een langere periode stelselmatig gebeurd.
Letselcategorie 5
- Zedenmisdrijf met seksueel binnendringen onder verzwarende omstandigheden. Bijvoorbeeld gedurende een zeer lange periode stelselmatig gebeurd.