ECLI:NL:RVS:2022:265
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 27 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.J. Bronsveld, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld na een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag op 8 maart 2021, waarin het beroep ongegrond werd verklaard. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar uitspraak van 19 januari 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:93) overwogen dat de staatssecretaris beter moet onderzoeken of de vreemdeling, die geloofwaardig is geacht in haar afvalligheid of atheïsme, bij terugkeer naar Iran een risico loopt op vervolging of onmenselijke behandeling. In deze zaak heeft de Afdeling geoordeeld dat het hoger beroep gegrond is. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en het beroep wordt gegrond verklaard. Het besluit van 27 januari 2021 wordt vernietigd, en de staatssecretaris moet opnieuw op de aanvraag beslissen, rekening houdend met de actuele feiten en omstandigheden. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, tot een bedrag van € 2.277,00, dat geheel toe te rekenen is aan beroepsmatige rechtsbijstand.