ECLI:NL:RVS:2022:2572
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting en opvang van vreemdeling
Op 2 september 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 18 oktober 2021 afgewezen en de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten, met een inreisverbod als gevolg. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 26 juli 2022 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft, na beoordeling van de ingediende argumenten, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn opgelopen tot € 759,00, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.
De uitspraak benadrukt het belang van het recht op een eerlijk proces en de bescherming van vreemdelingen in asielprocedures. De voorzieningenrechter heeft de beslissing openbaar uitgesproken, waarbij de rechtsbescherming van de vreemdeling voorop staat.