ECLI:NL:RVS:2022:2215
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak van vreemdelingen tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 2 augustus 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. M.M. van Woensel, een verzoek om voorlopige voorziening hebben ingediend. Dit verzoek volgde op besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 27 december 2021 en 9 maart 2022, waarin de aanvragen van de vreemdelingen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk werden verklaard. De rechtbank Den Haag had op 27 juni 2022 de beroepen van de vreemdelingen tegen deze besluiten ongegrond verklaard, waarna zij hoger beroep instelden.
De vreemdelingen vroegen de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zouden worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft, gelet op de aangevoerde argumenten, besloten een voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de vreemdelingen niet mogen worden uitgezet totdat er een uitspraak is gedaan in het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 759,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 2 augustus 2022, en is daarmee een belangrijke beslissing in het kader van het vreemdelingenrecht, waarbij de rechten van de betrokken vreemdelingen worden gewaarborgd totdat er een definitieve uitspraak in hun hoger beroep is gedaan.