ECLI:NL:RVS:2022:2124
Raad van State
- Hoger beroep
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel
Op 1 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam. Op 10 juni 2022 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.M. Polman, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. De termijn voor het indienen van het hoger beroep eindigde op 17 juni 2022, maar het hogerberoepschrift is pas na deze datum bij de Raad van State binnengekomen. De vreemdeling heeft geen redenen aangevoerd waarom het hoger beroep toch in behandeling zou moeten worden genomen. Hierdoor is het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De staatssecretaris is niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. J.W. Prins, griffier, en is openbaar uitgesproken op 26 juli 2022.