ECLI:NL:RVS:2022:2118

Raad van State

Datum uitspraak
25 juli 2022
Publicatiedatum
25 juli 2022
Zaaknummer
202204027/2/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.Th. Drop
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in hoger beroep tegen afwijzing verzoek om opheffing ongewenstverklaring

Op 25 juli 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit hoger beroep volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 27 mei 2022 het beroep van een vreemdeling gegrond had verklaard. De vreemdeling had verzocht om opheffing van zijn ongewenstverklaring, welke aanvraag door de staatssecretaris op 24 december 2018 was afgewezen. Na een heroverweging van het bezwaar door de staatssecretaris op 20 december 2021, werd dit opnieuw ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde echter dat de staatssecretaris binnen zes weken na de uitspraak een nieuw besluit moest nemen, wat leidde tot het hoger beroep van de staatssecretaris.

In het kader van dit hoger beroep verzocht de staatssecretaris de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoefde uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist. De voorzieningenrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen en besloten dat de staatssecretaris geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep. Tevens werd bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 25 juli 2022.

Uitspraak

202204027/2/V3.
Datum uitspraak: 25 juli 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, van 27 mei 2022 in zaak nr. 22/476 in het geding tussen:
[de vreemdeling]
en
de staatssecretaris.
Procesverloop
Bij besluit van 24 december 2018 heeft de staatssecretaris een verzoek van de vreemdeling om opheffing van zijn ongewenstverklaring afgewezen.
Bij besluit van 20 december 2021 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar opnieuw ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 27 mei 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris binnen zes weken na verzending van de uitspraak een nieuw besluit op het gemaakte bezwaar neemt met inachtneming van de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De vreemdeling heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Overwegingen
1.       De staatssecretaris verzoekt de voorzieningenrechter de voorlopige voorziening te treffen dat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op zijn hoger beroep heeft beslist.
2.       Gelet op de belangen die de staatssecretaris en de vreemdeling naar voren hebben gebracht, treft de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening.
3.       De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.A. Verweij, griffier.
w.g. Drop
voorzieningenrechter
w.g. Verweij
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 25 juli 2022
722