ECLI:NL:RVS:2022:1935
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- J.Th. Drop
- P.M.M. van Zanten
- M.E. Adriaanse
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van zorgtoeslag door Belastingdienst
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 7 september 2021. De rechtbank had het beroep van [appellant] ongegrond verklaard, waarbij het in bezwaar gehandhaafde besluit van de Belastingdienst/Toeslagen van 22 mei 2020 werd bevestigd. Dit besluit hield in dat het voorschot zorgtoeslag over 2020 van [appellant] op nihil was vastgesteld. De mondelinge uitspraak vond plaats op 7 juli 2022, waarbij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State de zaak behandelde.
Tijdens de zitting op 7 juli 2022 was [appellant] niet aanwezig, ondanks dat hij op de juiste wijze was opgeroepen. Hij had voorafgaand aan de zitting kennisgegeven niet te verschijnen. [appellant] heeft aangegeven geen bankrekening te willen omdat hij giraal geld niet als wettig betaalmiddel beschouwt. De Afdeling heeft [appellant] eerder gewezen op de verplichting om griffierecht te betalen voor het hoger beroep. Bij uitzondering was hem uitstel verleend om het griffierecht contant te voldoen op het adres van de Raad van State.
Echter, het griffierecht is niet betaald en [appellant] heeft geen beroep op betalingsonmacht gedaan, ondanks dat hij hierop was gewezen. Hierdoor is hij in verzuim geraakt. De Afdeling heeft geconcludeerd dat het hoger beroep van [appellant] niet-ontvankelijk is verklaard, omdat niet voldaan is aan de vereisten voor het indienen van een hoger beroep.