ECLI:NL:RVS:2022:1924

Raad van State

Datum uitspraak
6 juli 2022
Publicatiedatum
7 juli 2022
Zaaknummer
202202374/4/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Besluit tot sluiting van een woning op basis van overlast en geheimhouding van politie-informatie

In deze zaak heeft de appellant beroep ingesteld tegen een besluit van de burgemeester van Harderwijk, dat op 16 maart 2022 is genomen. Dit besluit houdt in dat de woning aan de Johan de Wittlaan te Harderwijk voor een periode van twee maanden moet worden gesloten. De burgemeester heeft een bestuurlijke rapportage van de politie overgelegd en verzocht om geheimhouding van bepaalde informatie, omdat deze informatie betrekking heeft op een lopend politieonderzoek naar een overlastgevende groepering. De burgemeester heeft zich beroepen op artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt om de kennisneming van stukken te weigeren of te beperken indien dit noodzakelijk is ter bescherming van het algemeen belang of het belang van derden.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de verzoeken van de burgemeester beoordeeld en een belangenafweging gemaakt. Enerzijds is er het belang dat partijen gelijkelijk toegang hebben tot relevante informatie voor hun beroep, en anderzijds het belang dat de bestuursrechter over alle noodzakelijke informatie beschikt om de zaak zorgvuldig te kunnen afhandelen. De Afdeling heeft besloten dat voor het merendeel van de bestuurlijke rapportage het belang van geheimhouding zwaarder weegt dan het belang van de appellant om kennis te nemen van deze informatie. Echter, voor bepaalde passages in de rapportage heeft de Afdeling geoordeeld dat het belang van geheimhouding minder zwaar weegt, en dat de appellant recht heeft op kennisneming van deze specifieke informatie.

De Afdeling heeft het verzoek tot beperkte kennisneming gedeeltelijk gerechtvaardigd en verzocht dat de burgemeester binnen vijf dagen een geschoonde versie van de bestuurlijke rapportage aan de Afdeling en de andere partijen toestuurt. De beslissing is genomen door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, en mr. S.C. van Tuyll van Serooskerken, griffier, en is openbaar uitgesproken op 6 juli 2022.

Uitspraak

202202374/4/A3.
Datum beslissing: 6 juli 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in het geding tussen van:
[appellant], wonend te Harderwijk,
en
de burgemeester van Harderwijk,
verweerder.
Procesverloop
[appellant] heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de burgemeester van 16 maart 2022. Bij dit besluit heeft de burgemeester bepaald dat de woning aan de Johan de Wittlaan te Harderwijk voor twee maanden moet worden gesloten.
De burgemeester heeft een bestuurlijke rapportage van de politie overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk.
Overwegingen
1.       De burgemeester heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van het stuk kennis zal nemen. Het stuk bevat volgens de burgemeester informatie over de samenstelling, probleembeschrijving en werkingsgebied van een overlastgevende groepering. Het onderzoek van de politie naar deze groep is nog gaande en bekendheid van de informatie kan het onderzoek schaden.
2.       Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.
3.       De Afdeling heeft kennisgenomen van de bestuurlijke rapportage. Zij is van oordeel dat voor het overgrote deel van de bestuurlijke rapportage het belang van geheimhouding van de informatie uit het politieonderzoek zwaarder weegt dan het belang van [appellant] om kennis te nemen van deze informatie. Naar het oordeel van de Afdeling is de uitkomst van die belangenafweging anders voor de volgende passages uit de bestuurlijke rapportage:
- de aanbiedingsbrief met uitzondering van de zinsdelen beginnend met ‘groepsscan’ en eindigend met ‘aanbeveling’;
- de Toelichting bij de groepsscan, pagina 8 van 8 met uitzondering van wat onder het kopje ‘Omschrijving’ staat; en
- van het deel met de titel ‘Zicht op doelgroep’, pagina 2 van 2 met uitzondering van wat onder de kopjes ‘Omschrijving’ en ‘Doelgroep’ staat.
Voor deze passages is de Afdeling van oordeel dat het belang van geheimhouding van informatie uit het politieonderzoek minder zwaar weegt dan het belang dat de partijen kennis nemen van het stuk.
4.       De Afdeling acht daarom het verzoek tot beperkte kennisneming gedeeltelijk gerechtvaardigd.
5.       Indien de burgemeester geen gehoor geeft aan het in dictumonderdeel II. aangeduide verzoek om een geschoonde versie van de bestuurlijke rapportage van de politie toe te sturen, kan de Afdeling daaraan gevolgen verbinden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        wijst het verzoek af wat betreft de in overweging 3 genoemde passages;
II.       verzoekt de burgemeester van Harderwijk binnen vijf dagen na heden een geschoonde versie van de bestuurlijke rapportage van de politie aan de Afdeling en de andere partijen toe te sturen.
Aldus vastgesteld door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. S.C. van Tuyll van Serooskerken, griffier.
w.g. Daalder
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer
w.g. Van Tuyll van Serooskerken
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 6 juli 2022
290