ECLI:NL:RVS:2022:183
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 18 januari 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 23 februari 2021 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, verklaarde op 17 december 2021 het beroep van de vreemdeling tegen deze afwijzing niet-ontvankelijk. Hierop heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E.J.L. van de Glind, hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft, gelet op de aangevoerde argumenten, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit betekent dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn opgelopen tot € 759,00, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzieningenrechter en de griffier. Deze beslissing is van belang voor de vreemdeling, die in een kwetsbare positie verkeert en wiens toekomst in Nederland op het spel staat.