ECLI:NL:RVS:2022:179
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J. Hoekstra
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Recreatieterreinen Utrechtse Heuvelrug
Op 20 januari 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een besluit van de raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, dat op 30 september 2021 het bestemmingsplan "Recreatieterreinen Utrechtse Heuvelrug" heeft vastgesteld. Dit bestemmingsplan heeft betrekking op verschillende recreatieterreinen in de gemeente, waaronder het recreatieterrein Noordwest Kanje. Het doel van het plan is om duidelijkheid te bieden over permanente bewoning van recreatieverblijven en om juridisch planologisch uitvoering te geven aan het handhavingsbeleid.
De verzoeker, die woont in een recreatiewoning op het recreatieterrein Noordwest Kanje, heeft beroep ingesteld tegen het bestemmingsplan. Hij is bezorgd dat hij zijn recreatiewoning niet meer mag bewonen, omdat aan het perceel geen woonbestemming is toegekend, maar een recreatiebestemming. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 6 januari 2022, waarbij de verzoeker en de raad, vertegenwoordigd door mr. K. Vreeker, aanwezig waren.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Gezien een toezegging van het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug, dat handhaving tegen permanente bewoning van de recreatiewoning door de verzoeker niet zal plaatsvinden zolang de Afdeling nog geen uitspraak heeft gedaan, is er geen spoedeisend belang dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt. Daarom is het verzoek afgewezen. De raad is wel gelast om het door de verzoeker betaalde griffierecht van € 181,00 te vergoeden.