ECLI:NL:RVS:2022:1675
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Noord-Holland inzake bestemmingsplan Cruquius Wickevoort
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 22 juli 2021. De appellanten, wonend te Cruquius, hebben beroep ingesteld tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer met betrekking tot de omgevingsvergunning voor het bestemmingsplan 'Cruquius Wickevoort'. De mondelinge uitspraak vond plaats op 14 juni 2022, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigde.
De Afdeling oordeelde dat het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan op 3 mei 2018 bekendgemaakt is en dat eerdere beroepen tegen dit besluit ongegrond zijn verklaard. De Afdeling benadrukte dat in deze procedure niet de vaststelling van het bestemmingsplan aan de orde is, maar de toetsing van het bouwplan aan het geldende bestemmingsplan. De appellanten stelden dat het amendement dat in de raadsvergadering was aangenomen niet goed in de verbeelding was verwerkt, maar dit betoog werd verworpen.
De Afdeling concludeerde dat het bouwplan, dat voorziet in een appartementengebouw binnen het aangegeven bouwvlak, niet in strijd is met het bestemmingsplan. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de bouwhoogte van 12 meter binnen de toegestane grenzen valt. De vraag of het bouwen het aanwezige ooievaarsnest verstoort, werd niet relevant geacht voor de omgevingsvergunning, aangezien dit onder de Wet natuurbescherming valt. Tot slot werd bepaald dat het college geen proceskosten hoeft te vergoeden.